woensdag 31 augustus 2011

Pro-sociaal Gedrag

Tot 2009 verzorgde ik het vak Pro-sociaal Gedrag als onderdeel van de Master Sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Ter informatie hieronder de beschrijving van het vak, samen met de literatuurlijst.




PROSOCIAAL GEDRAG
2008-2009

Docent: Dr. Henk de Vos

Dit is een overzicht van de onderwerpen en bijbehorende literatuur die van week tot week worden behandeld. De literatuur moet zelf worden opgezocht (Catalogus UB of internet). Twee hoofdstukken uit boeken (nummers 13 en 20) kunnen in de Bibliotheek worden gekopieerd.

WEEK 1 (2 september)

INLEIDING

Vragen: 1. Wat is prosociaal gedrag (PSG)? Wat is het wetenschappelijke en wat is het maatschappelijke belang van PSG?  Neemt PSG af?
Onderwerpen: Spectrum van competitief tot prosociaal gedrag (“social motives” of “social value orientations”). Biologische gedragspatronen (statuscompetitiegedrag en gemeenschapsgedrag). Moreel gedrag (goed en kwaad). Ontwikkeling van mensbeelden in sociologie en psychologie (van “blank slate” tot menselijke sociale natuur). Individuele behoefte aan PSG (zorgimpuls). Maatschappelijke behoefte aan PSG (veiligheidsgevoelens, vertrouwen, economische waarde van PSG). Spontane en georganiseerde vormen van PSG (hulp aan naasten en buren, georganiseerd vrijwilligerswerk). PSG in de Nederlandse bevolking.

Tentamenliteratuur:
  1. E. Hessing, A. Reulings en S. Mulder (2004). Het WIN-model. Een segmentatie van de Nederlandse bevolking. TNS NIPO. Dit document is te vinden achter de knop Documenten. Zie ook: http://butters.nipo.com/pages/onze-expertise-bs-winmodel.asp, met de mogelijkheid om jezelf in te delen.
  2. K. Breedveld en A. van den Broek (Red.) 2001. Trends in de tijd. Een schets van recente ontwikkelingen in tijdsbesteding en tijdsordening. Den Haag: Sociaal-Cultureel Planbureau. Hieruit alleen Hoofdstuk 6: Maatschappelijke participatie. Deelname aan vrijwilligerswerk en onbetaalde hulpverlening, p. 65-74 (Zie: www.scp.nl/publicaties/boeken/).
  3. K.Breedveld, A. van den Broek, J. de Haan, L. Harms, F. Huysmans en E. van Ingen (2006). De tijd als spiegel. Hoe Nederlanders hun tijd besteden. De Haag: Sociaal-Cultureel Planbureau. Hieruit alleen Hoofdstuk 4: Wat we doen in de vrije tijd, p. 42-55 (Zie: www.scp.nl/publicaties/boeken).
  4. J.M. Twenge, S. Konrath, J.D. Foster, W.K. Campbell en B.J. Bushman (2008). Egos inflating over time: A cross-temporal meta-analysis of the Narcissistic Personality Inventory. Journal of Personality 76 (4):
WEEK 2 (9 september)

HET VERMOGEN TOT PSG

Vragen: Welke vaardigheden zijn nodig voor PSG? In hoeverre zijn deze vaardigheden typisch menselijk?
Onderwerpen: Empathie en gevoel van één zijn (“oneness”). Perceptie-actie mechanisme. Hechtings- en zorgemoties. Rol van mimicry. Belang van vertrouwdheid. Ontstaan van hechting en zorg in evolutie (van reptielen naar zoogdieren). Socialisering en interpersonele ontwikkeling.

Tentamenliteratuur:
  1. F.B.M. de Waal 2008. Putting the altruism back into altruism: The evolution of empathy. Annual Review of Psychology 59: 279-300
  2. R.B. van Baaren, R.W. Holland, K. Kawakami en A. van Knippenberg 2004. Mimicry and prosocial behavior. Psychological Science 15 (1): 71-74
  3.  J. Belsky, L.Steinberg en P.Draper 1991. Childhood experience, interpersonal development, and reproductive strategy: An evolutionary theory of socialization. Child Development 62: 647-670
WEEK 3 (16 september)

SITUATIONELE VOORWAARDEN VOOR PSG

Vragen:  Hoe komt het dat veel mensen coöpereren in sociale dilemma-experimenten? Hoe komt het dat er nog meer coöperatie is als mensen voorafgaand aan het experiment met elkaar praten? Gedraagt iemand zich meer prosociaal als een ander dat ook doet, m.a.w. is PSG interpersoneel complementair? Zijn mensen in een grotere stad minder beleefd dan in een kleinere stad? Is er meer hulpverlening tussen familie en vrienden op het platteland dan in de stad? Maakt geld mensen minder prosociaal?

Tentamenliteratuur:

  1. J.M. Orbell, A.J.C. van de Kragt en R.M. Dawes 1988. Explaining discussion-induced cooperation. Journal of Personality and Social Psychology 54 (5): 811-819
  1. P. Sadler en E. Woody 2003. Is who you are who you’re talking to? Interpersonal style and complementarity in mixed-sex interactions. Journal of Personality and Social Psychology 84 (1): 80-96
  1. G. Moser en D. Corroyer 2001. Politeness in the urban environment. Environment and Behavior 33 (5): 611-625
  1. P.R. Amato 1993. Urban-rural differences in helping friends and family members. Social Psychology Quarterly 56 (4): 249-262
  2. Vohs, K.D., N.L. Mead en M.R. Goode 2006. The psychological consequences of money. Science 314: 1154-1156
WEEK 4 (23 september)

VERSCHILLEN TUSSEN MENSEN?

Vragen:  Verschillen mensen in hun prosocialiteit? Heeft dat te maken met verschillen in empathische en sociale vaardigheden? Maakt de vroegere sociale omgeving wat uit? Hoe?

Tentamenliteratuur:

  1. S. Baron-Cohen en S. Wheelwright 2004. The Empathy Quotient: An investigation of adults with Asperger Syndrome or High Functioning Autism, and normal sex differences. Journal of Autism and Developmental Disorders 34 (2): 163-175
  1. S. Kinner 2003. Psychopathy as an adaptation. Implications for society and social policy. In R.W. Bloom en N. Dess (Eds.), Evolutionary Psychology and Violence. A Primer for Policymakers and Public Policy Advocates. Westport (Conn.): Praeger, p. 57-81 (boek in bibliotheek aanwezig met tijdelijk een rode stip)
  1. P.A.M. van Lange, W. Otten, E.M.N. de Bruin et al 1997. Development of prosocial, individualistic, and competitive orientations: Theory and preliminary evidence. Journal of Personality and Social Psychology 73: 733-746
WEEK 5 (30 september )

SOCIALE INBEDDING VAN PSG

Vragen: Als de sociale omgeving wat uitmaakt voor de ontwikkeling van prosociale vaardigheden en geneigdheid en voor de kans op PSG, wat zijn dan de omgevingskenmerken die bevorderlijk zijn voor PSG? En wat is precies het proces waarlangs die kenmerken hun invloed uitoefenen? Welke rol spelen individuele kenmerken daarin? Wat weten we over de evolutionair-biologische oorsprong van prosociaal gedrag?

Tentamenliteratuur:

  1. P.R. Amato 1990. Personality and social network involvement as predictors of helping behavior in everyday life. Social Psychology Quarterly 53 (1): 31-43
  1. C. Boehm 1993. Egalitarian behaviour and reverse dominance hierarchy. Current Anthropology 34 (3): 227-240
  1. Ö. Gürlek, B. Irlenbusch en B. Rockenbach 2006. The competitive advantage of sanctioning institutions. Science 312 (7 april): 108-111
  1. J.M. Burkart, E.Fehr, C. Efferson en C.P. van Schaik 2007. Other-regarding preferences in a non-human primate: Common marmosets provision food altruistically. Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) 104 (50): 19762-19766
WEEK 6 (7 oktober)

CROSS-CULTURELE VERSCHILLEN

Vragen: Als PSG in zo grote mate sociaal is ingebed, wat kunnen we dan verwachten over hoe kinderen opgroeien in verschillende culturen/maatschappijen? En wat over de gevolgen daarvan voor de kans op PSG?

Tentamenliteratuur:

  1. B. Rogoff 2003. Child rearing in families and communities. Hoofdstuk 4 in B. Rogoff. The Cultural Nature of Human Development. Oxford: Oxford University Press (p. 102-14)
  2. D. Cohen, R.E. Nisbett, B.F. Bowdle en N. Schwarz 1996. Insult, aggression, and the Southern Culture of Honor: An “experimental ethnography”. Journal of Personality and Social Psychology 70 (5): 945-960
  3. S. Kitayama en Y. Uchida 2003. Explicit self-criticism and implicit self-regard: Evaluating Self and Friend in two cultures. Journal of Experimental Social Psychology 39: 476-482
WEEK 7 (14 oktober)

OVERHEID, MARKT EN PSG

Vragen: Wat betekent de uitbreiding van overheid en markt voor de kans op PSG? Vindt er “crowding out” plaats door overheid en markt? Moet de overheid (meer) beleid voeren om PSG te bevorderen? Waarom wel of niet? En zo ja, hoe? Moet de overheid meer en langer betaald werken bevorderen? Of moeten we juist meer tijd besteden aan informele hulpverlening en aan vrijwilligerswerk, dus aan de gemeenschap? Moet televisiekijken  worden ontmoedigd?

Tentamenliteratuur:

  1. U. Gneezy en A. Rusticini 2000. A fine is a price. Journal of Legal Studies 29: 1-17
  1. D.M. Kahan 2003. Logic of reciprocity: Trust, collective action, and law. Michigan Law Review 102: 71-103
  1. C.C. Williams 2002. Harnessing voluntary work: A Fourth Sector approach. Policy Studies 23 (3/4): 247-260
  1. Marks, N. E. 1998. Does It hurt to care? Caregiving, work-family conflict, and midlife well-being. Journal of Marriage and the Family 60: 951-967
  1. L.R. Huesmann, J. Moise-Titus, C.-L. Podolski en L.D. Eron 2003. Longitudinal relations between children’s exposure to TV violence and their aggressive and violent behavior in young adulthood: 1977-1992. Developmental Psychology 39 (2): 201-221

Geen opmerkingen: