zaterdag 3 december 2011

Is geloof in God nodig om moreel te kunnen handelen? De fout van de misplaatste concreetheid

In dit bericht schreef ik over de gedachte dat geloof in een God nodig is om moreel te kunnen handelen. Die gedachte is een voorbeeld van de fout van de misplaatste concreetheid. Ik citeer uit dat bericht:
Maar ook religie, of anders gezegd het geloof in een God, is denk ik een vorm van de misplaatste concreetheid. De inhoud van alle religies bestaat uit de bekende en universele morele intuïties van wederkerigheid en naastenliefde. En in de meeste religies (voorzover ik kan overzien; ik ben geen expert) vinden we een poging om een "concrete" oorzaak of bron aan te wijzen voor die morele intuïties: ze zijn van God afkomstig. Dit is zeker het geval in het christendom, waarin God over het algemeen als een persoon wordt voorgesteld, een duidelijke poging tot concretisering. Vandaar dat veel gelovigen denken dat ongelovigen geen moreel besef hebben. En dat een maatschappij zonder religie gedoemd is tot anarchie te vervallen.
Dit bericht van het blog Why We Reason bespreekt recent onderzoek dat laat zien dat mensen inderdaad geneigd zijn om ongelovigen minder te vertrouwen dan gelovigen. Het blijkt dus inderdaad moeilijk om te aanvaarden dat morele intuïties in grote mate onbewust worden aangeleerd door het opgroeien in een morele gemeenschap. Dus door veel met moreel gedrag in aanraking te komen. We hebben behoefte aan een "concretere" oorzaak van moreel gedrag en daardoor zien we graag een God, en dus het geloven in een God, als oorzaak. Dat is de fout van de misplaatste concreetheid.

De gedachte is ook in strijd met de feiten. Er zijn geen aanwijzingen voor enige morele superioriteit van gelovigen. En, zoals het bericht meldt, de minst godsdienstige landen, zoals de Scandinavische landen, zijn het meest vreedzaam en coöperatief.

Geen opmerkingen: