zaterdag 7 januari 2012

Belang van kinderopvang en van grootouders voor het krijgen van kinderen

In dit bericht en in dit bericht maakte ik melding van het belang van nabijheid van en contact met grootouders voor het "nemen" van kinderen. De mogelijkheid dat grootouders geregeld of incidenteel te hulp schieten bij het grootbrengen van kinderen is een belangrijk bestanddeel van de kindvriendelijkheid van de sociale omgeving van gezinnen. Ik vond nu ook dit Duitse onderzoek dat laat zien dat de kans op het krijgen van het eerste kind met twintig procent toeneemt als de grootouders in dezelfde stad wonen. Het komt overeen met het inzicht dat mensen eigenlijk coöperatieve grootbrengers van kinderen zijn. Zie dit bericht over cooperative breeding. Er komt ook mee overeen dat de meeste kinderopvang gebeurt in het informele circuit van de persoonlijke relaties en daarin spelen grootouders de grootste rol.

Een interessante vraag is in welke mate de formele kinderopvangvoorzieningen een vervanging kunnen zijn voor dit coöperatieve grootbrengen. Draagt de beschikbaarheid en toegankelijkheid van formele kinderopvangvoorzieningen bij aan de kindvriendelijkheid en dus aan het krijgen van kinderen? Vandaag opent de Volkskrant met een melding van een literatuurstudie van (ex-collega) Melinda Mills en anderen, waaruit blijkt dat de toegankelijkheid en de kwaliteit van kinderopvangvoorzieningen de kans op het eerste kind vergroot. Overheden kunnen dus inderdaad het geboortecijfer laten stijgen door te investeren in goede kinderopvang.

Waarschijnlijk niet doordat de kinderopvang de rol van grootouders overneemt, want die rol blijft groot. Maar waarschijnlijk wel doordat ook als grootouders als hulp en achterwacht aanwezig zijn, het nog altijd niet meevalt om kinderen groot te brengen en om werk en zorg te combineren. Het kan zijn dat de totale belasting (voor ouders én grootouders) gewoon te hoog is.

Je zou eigenlijk een onderzoek willen waarin beide "factoren", de wel of niet nabijheid van grootouders en de wel of niet beschikbaarheid van goede en betaalbare kinderopvang, worden bekeken op hun invloed op het krijgen van kinderen. Dan zou kunnen blijken of die formele kinderopvang een toevoeging is aan de nabijheid van de grootouders. Of dat het (ook) een vervanging is. Dat zou het geval zijn als de kans op het krijgen van het eerste kind door ouders zonder grootouders in de nabijheid, maar wel met goede en betaalbare kinderopvang, even groot zou zijn als de kans  voor ouders met wel die grootouders in de nabijheid. Of zulk onderzoek bestaat, heb ik niet kunnen achterhalen.

Geen opmerkingen: