vrijdag 17 augustus 2012

Bescheidenheid en zelfverheffing als collectief gedrag

Een bekend inzicht uit het cultureel-psychologisch onderzoek is dat bescheidenheid (of nederigheid) en zelfverheffing cultureel gebonden gedragingen zijn. Noord-Amerikanen en West-Europeanen zijn geneigd tot zelfverheffing, dat wil zeggen tot het hoog inschatten van de eigen vaardigheden. Daarentegen schatten Oost-Aziaten hun eigen prestaties liever in als minder goed dan die van anderen. Ze zijn dus juist bescheiden of nederig. Dit culturele verschil komt natuurlijk ergens vandaan en in dit eerdere bericht besprak ik onderzoek waaruit blijkt dat het (ook) samenhangt met de mate van inkomensongelijkheid in een land. Hoe ongelijker de inkomensverdeling, hoe meer de statuscompetitie domineert in de onderlinge contacten en hoe belangrijker het is om je niet minder voor te doen dan je bent. Dus eerder zelfverheffing dan bescheidenheid.

Hoe dan ook, waar ook de achterliggende oorzaak ligt, het blijkt dat deze twee verschillende gedragspatronen niet zomaar individueel gekozen worden. Ze komen collectief tot stand: in een sociale omgeving waarin anderen bescheiden zijn, kun je dat zelf ook gemakkelijk zijn en lijkt het ook raadzaam om het te zijn, omdat zelfverheffing door anderen niet gewaardeerd zou worden. Andersom: in een sociale omgeving waarin anderen zich zelf verheffen, zich op de borst kloppen, daar zou nederigheid en bescheidenheid niet in jouw voordeel zijn. Anderen zouden je niet zien staan. Update. We hebben het hier natuurlijk over een toestand van statuscompetitie.

Zoals in veel zaken is hier dus een belangrijke rol weggelegd voor sociale beïnvloeding. En daar kan een strategisch element in meespelen. Je bent zowel in staat tot bescheidenheid als tot zelfverheffing, maar bij het bepalen van je gedrag, hou je er rekening mee hoe anderen zich opstellen. De mate waarin die strategie bewust of onbewust wordt uitgevoerd, is een tweede. (Zie ook nog eens dit bericht over de Dual-Mode theorie.)

Een aanwijzing voor dat strategische element is dit onderzoek van o.a. Toshio Yamagishi en Karen S. Cook, twee bekende namen in de sociale psychologie, dat al in maart van dit jaar verscheen, maar dat ik nu pas onder ogen kreeg. De onderzoekers lieten Amerikanen en Japanners inschatten hoe ze hadden gescoord op een test, onder of boven het gemiddelde. Toen bleek inderdaad dat meer Amerikanen (52%) dan Japanners (28%) hun eigen score hoger inschatten dan het gemiddelde, wat al eerder was gevonden.

Vervolgens lieten ze twee andere groepen dezelfde inschatting doen, maar dan met de mededeling dat ze een beloning zouden krijgen als ze hun eigen score correct zouden inschatten. En toen bleek het culturele verschil te verdwijnen. Ongeveer twee derde van zowel de Japanners als de Amerikanen schatten zichzelf in als hoger dan het gemiddelde.

Als je dus geneigd bent tot bescheidenheid, dan valt het effect daarvan weg als je gevraagd wordt om je eigen prestatie zo correct mogelijk in te schatten en daarvoor ook beloond wordt. De vrees voor negatieve reacties van anderen op wat zij als zelfverheffing zouden kunnen zien, valt dan weg. Je bent gelegitimeerd om niet bescheiden te zijn. Dat wijst er dus op dat in die gevallen waarin je wel bescheiden bent, je eigenlijk wel weet dat je dat bent. Dat het dus strategisch gedrag is, een aanpassing aan je sociale omgeving.

Geen opmerkingen: