maandag 22 oktober 2012

Zijn narcisten goed in verwerven van leiderschap en slecht in uitoefenen daarvan?

Naar aanleiding van deze serie berichten over de nationale statushiërarchie van het Hitler-bewind:

Tot de laatste man. Duitsland 1944-1945
Anatomie van zelfvernietiging
Het Hitler-bewind sociaalwetenschappelijk bekeken
Het Hitler-bewind sociaalwetenschappelijk bekeken: de persoon
Hoe ontstond de nationale statushiërarchie van het Hitler-bewind?
Lessen uit de nationale statushiërarchie van het Hitler-bewind
Van narcistische mislukkeling tot leider van nationale statushiërarchie
Hoe kunnen gewone mensen tot zoiets komen? Het geval-Speer,

vroegen psychologiestudenten van de Universiteit van Amsterdam of ik voor hen een lezing zou willen geven over "het functioneren van psychopaten in de samenleving".

Na wat overleg is daar de titel "Hoe komen foute leiders aan de macht?" uitgekomen. Waarbij "fout" staat voor psychopathisch en/of narcistisch en/of Machiavellistisch. De lezing is op 8 november en ik ben vast wat research aan het doen.

Ik herinnerde me de stelling dat narcisten wel heel goed zijn in het verkrijgen van leiderschapsposities, maar tegelijk slecht in het uitoefenen daarvan. En ik vroeg me af of onderzoek aanwijzingen daar voor verschaft. En ja, dat eerste is inderdaad het geval. In het artikel Leader Emergence: The Case of the Narcisssistic Leader (fulltext achter de poort) laten de onderzoekers zien dat proefpersonen die hoog hadden gescoord op een narcisme-vragenlijst (de NPI), in groepsdiscussies meer als leider naar voren kwamen. Dat laatste naar het oordeel van de andere groepsleden en van deskundige waarnemers. (Beide zonder op de hoogte te zijn van die narcisme-scores.) Daarbij werd gecontroleerd voor persoonlijkheid (de Big Five) en voor sociabiliteit.

Het was vooral de machtscomponent van narcisme die voorspellend was voor het naar voren komen als leider. Die component bestaat uit (het eens zijn met) uitspraken als "Ik heb een natuurlijk talent om mensen te beïnvloeden" en "Ik heb een sterke wil om macht uit te oefenen". Terwijl de exhibitionisme-component juist niet voorspellend was, met (het eens zijn met) uitspraken als "ik houd er echt van om in het middelpunt van de belangstelling te staan" en "Als ik de kans krijg probeer ik indruk op anderen te maken". Het is dus niet de behoefte aan aandacht, maar de wil tot macht, die narcisten naar het leiderschap brengt.

Hoewel de narcisten dus meer als leiders optraden, presteerden ze niet beter dan anderen. De onderzoekers noemen andere studies die laten zien dat narcistische leiders slecht presteren als het gaat om interpersoonlijke verhoudingen. In het overzichtsartikel Narcissistic Leaders. The Incredible Pros, the Inevitable Cons noemt Maccoby als slechte eigenschappen van narcistische leiders:
  • slecht tegen kritiek kunnen
  • slecht kunnen luisteren
  • gebrek aan empathisch vermogen
  • weinig hulpvaardig en weinig bereid om hulp te accepteren
  • een gewetenloze zucht tot overwinnen
Daar staan twee "sterke" eigenschappen tegenover: "visie" hebben en het vermogen hebben om volgelingen aan te trekken. Maar deze beide eigenschappen zijn heel gevaarlijk in combinatie met die vijf slechte.

Geen opmerkingen: