woensdag 20 februari 2013

Meer aanwijzingen voor negatieve gevolgen van televisiekijken op jonge leeftijd

Ik ben nog van de generaties die meemaakten dat het eerste televisietoestel het huis werd binnengedragen. Sterker: ik was al het huis uit toen mijn ouders een toestel aanschaften. En op mijn studentenkamer had ik alleen een radio.

Kortom, de televisie is er ongeveer een halve eeuw. Voor opgroeiende kinderen is de aanwezigheid van televisie de gewoonste zaak van de wereld. Wat maakt het voor kinderen uit dat er een toestel in huis is? Eerder maakte ik er melding van dat er serieuze aanwijzingen zijn dat de verspreiding van televisie heeft bijgedragen aan de toename van autisme. Onderzoekers keken naar leeftijdscohorten in provincies van Californië en Pennsylvania die drie jaar of jonger waren toen de kabeltelevisie werd geïntroduceerd. Dat laatste gebeurde in verschillende provincies op verschillende tijdstippen. Na veel statistische bewerkingen en controles komen ze tot de conclusie dat de introductie van kabeltelevisie inderdaad heeft bijgedragen tot de toename van autisme diagnoses. Ze berekenen dat 18 procent van de toename van autisme kan worden toegeschreven aan de toename van kabeltelevisieprogramma's voor kinderen.

Waarschijnlijk heeft de introductie van het televisiekijken op jonge leeftijd de kans op autisme vergroot bij kinderen die al meer dan gemiddeld aanleg voor autisme hadden (gen-omgevingsinteractie). En dat zou er aan kunnen liggen dat het meer televisiekijken in de plaats komt van sociale interactie. Voor de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden hebben kinderen een intensief "bad in de sociale wereld" nodig. Dat hebben ze tegenwoordig so wie so al minder dan in tijden dat gezinnen minder sociaal geïsoleerd waren en kinderen meer leeftijdsgemengd opgroeiden. Maar als kinderen dan bovendien nog veel tijd doorbrengen voor het scherm, dan wordt dat bad wel een heel klein teiltje. Nu is er wel veel sociale inhoud op de televisie (je ziet vooral pratende hoofden), maar dat kan natuurlijk geen vervanging zijn voor echte sociale interactie waaraan een kind actief deelneemt en daartoe voortdurend wordt uitgenodigd.

Er is nu nieuw onderzoek (pdf) dat wijst op andere negatieve effecten van op jonge leeftijd veel televisiekijken. Onderzoekers in Nieuw-Zeeland volgden ruim 1000 kinderen die in 1972-1973 waren geboren tot dat ze 26 jaar waren. Het blijkt dan dat kinderen die tussen hun vijfde en hun vijftiende levensjaar meer televisie hadden gekeken een grotere kans hadden om op jongvolwassen leeftijd veroordeeld te zijn voor (gewelds)criminaliteit, om een diagnose te hebben gekregen voor antisociale persoonlijkheidsstoornis en om agressieve persoonlijkheidstrekken te hebben. Daarbij werd gecontroleerd voor o.a. intelligentie, sociaal-economische status, ouderlijk toezicht en antisociaal gedrag op jongere leeftijd. Dat laatste is er een aanwijzing voor dat het televisiekijken ook inderdaad een oorzakelijk verband heeft met die problemen op jongvolwassen leeftijd.

Ook hier kan hebben meegespeeld dat het televisiekijken ten koste ging van de leerschool van de echte sociale interactie. Maar het kan daarnaast ook nog zo zijn dat kinderen op televisie meer antisociaal en agressief gedrag te zien kregen dan dat ze hadden meegemaakt als ze gewoon buiten hadden gespeeld.

Overigens heeft veel televisiekijken ook op volwassen leeftijd negatieve gevolgen. Zie mijn berichten over televisiekijken.

5 opmerkingen:

Eugenie zei

Mooi artikel! Mijn vader heeft de tv altijd verre van ons kinderen gehouden. 'Ze stoppen met spelen', zei hij. 'En dat is een slechte ontwikkeling. De tv komt er bij ons daarom niet in.'Hij had het al heel vroeg door. Toen overal de tv's de huishoudens in werden gedragen weigerde hij daar aan mee te doen.

vroedvrouwelijk zei

wat is 'meer' televisie gekeken hadden?

Henk de Vos zei

Toen de kinderen 5, 7, 9 en 11 jaar waren, werd het aantal uren dat kinderen gemiddeld per dag keken door de ouders opgegeven. De kinderen rapporteerden het aantal uren zelf toen ze 13 en 15 jaar oud waren. Uit Tabel 1 (zie de link naar het artikel) kun je opmaken dat over die 6 meetmomenten gemiddeld de kinderen per dag 2,33 uren televisie keken. Hoe meer uren, hoe groter de kans op die negatieve gevolgen.

Eugenie zei

In mijn jeugd was er alleen op de woensdagmiddag tv voor kinderen. Een uurtje of zo. En wat er werd uitgezonden had het ritme van het gewone leven. Zoals Swiebertje. Dat vinden kinderen van nu traag en sloom. Ze zijn aan een hoge frequentie van aanvoer van beeldjes gewend. Mijn kind werd helemaal idioot als hij voor de tv zat. Ik ben toen op onderzoek uitgegaan. Ik vond dit boek: http://www.denieuweboekerij.nl/de-bevroren-blik-de-fysiologische-werking-van-het-beeldscherm-en-de-ontwikkeling-van-het-kind.
Het beschrijft heel helder hoe de tv is afgesteld en hoe onze hersens er op reageren. De tv staat zo afgesteld dat je moet blijven kijken en zo snel dat onze hersens de snelheid van de beelden niet kunnen verwerken.

Henk de Vos zei

Beste Eugenie,
Bedankt voor de verwijzing naar dat boek. Ik heb nog wat gezocht om iets meer te weten te komen over de auteur (Rainer Patzlaff). Vond o.a. deze tekst van hem: http://www.waldorfearlychildhood.org/uploads/DevSig-1.pdf
Wat me een beetje dwarszit is dat ik er weinig hoogte van krijg of hij zich ook op onderzoek baseert.
Groet,
Henk