dinsdag 25 februari 2014

Moet er vaak contact zijn om een diep contact te hebben?

Moet je familie of vrienden of buren vaak zien (of bellen, mailen of appen) om te kunnen zeggen dat je diepe contacten hebt? Dus contacten die niet oppervlakkig zijn, met anderen die je echt begrijpen? Of maakt de frequentie van het contact niet uit? Kun je ook diepe contacten hebben als je anderen maar sporadisch treft?

Ik neig tot het vermoeden dat een diep contact ook altijd een vertrouwd contact is. Met iemand waarmee je een gezamenlijke geschiedenis hebt. Je hebt elkaar dan al vaak meegemaakt en waarschijnlijk in verschillende omstandigheden. Waardoor je tegenover elkaar niet meer de schijn hoeft op te houden. Je hoeft je niet beter of anders voor te doen dan je bent. Je beseft dat de ander daar door heen zou kijken. En het verschaft ook de veiligheid om openhartig te zijn en je zelf bloot te geven (self-disclosure). Daardoor wordt het contact minder oppervlakkig, letterlijk minder alleen de buitenkant, de schijn. En ervaar je meer dat je echt wordt begrepen.

Dat vermoeden vindt enige bevestiging in de CBS-publicatie Frequentie en kwaliteit van sociale contacten, waar ik het eerder over had. De auteurs, Rianne Kloosterman en Karolijne van der Houwen, laten zien (in Tabel 4 van de Bijlage) dat mensen die vaker contact hebben met anderen ook vaker vinden dat "er mensen zijn die mij echt begrijpen" en minder vaak dat "mijn contacten oppervlakkig zijn". De diepte van contacten lijkt dus samen te gaan met de frequentie van contacten. En dit geldt zowel voor contacten met familieleden, met vrienden en met buren.

Ter illustratie: neem het contact met vrienden. Van de mensen die dagelijks contact met vrienden hebben, zegt 89 procent dat er mensen zijn die hen echt begrijpen. Dat percentage daalt naar 84 als het contact wekelijks is, naar 77 als het maandelijks is, naar 67 als het minder dan maandelijks is en naar 58 procent bij mensen die zelden of nooit contact met vrienden hebben.

Er zijn wel complicaties. Want je weet niet hoe het oorzakelijke verband ligt. Het kan zijn, zoals ik vermoed, dat al die contacten in het verleden er voor gezorgd hebben dat je nu diepere contacten hebt. Maar het kan ook zijn dat je iemand bent die zich gemakkelijk openstelt en daardoor anderen heeft ontmoet waarmee een diep contact is ontstaan. En omdat een diep contact prettig is, zul je die anderen ook vaak treffen en bellen en mailen en appen.

Het kan ook nog allebei waar zijn.

Geen opmerkingen: