dinsdag 7 juni 2016

Opgroeien in religieus gezin maakt kinderen strenger in hun morele oordelen, maar juist minder vrijgevig in hun gedrag

Veel mensen zijn geneigd te denken dat je ongelovigen minder kunt vertrouwen dan gelovigen. Zie Is geloof in God nodig om moreel te kunnen handelen? De fout van de misplaatste concreetheid.

Ook denken veel mensen dat geloof in een God nodig is om moreel te kunnen handelen, hoewel in rijkere landen veel minder dan in armere.

Maar tot nu toe zijn er niet of nauwelijks aanwijzingen dat gelovigen zich moreler gedragen of meer voor anderen over hebben. Sterker, volgens het nieuwe onderzoek The Negative Association between Religiousness and Children’s Altruism across the World zijn kinderen van tussen de 5 en 12 jaar uit religieuze (Christelijk of Moslim) gezinnen in zes verschillende landen juist minder pro-sociaal dan kinderen uit niet-religieuze gezinnen. Update. Dit artikel is inmiddels door de auteurs teruggetrokken. Zie onder dit bericht bij de reacties de toelichting.

Pro-sociaal (of altruïstisch) gedrag werd vastgesteld met het zogenaamde  Dictator-spel. Kinderen mochten tien stickers uitkiezen die ze het mooiste vonden en die ze mochten houden. Maar hen werd verteld dat er geen tijd meer was voor andere kinderen om stickers uit te kiezen en dat ze dus ook een of meer stickers zouden kunnen afstaan om aan die andere kinderen te geven. Of ze stickers afstonden, en hoeveel, was de maat voor pro-sociaal gedrag.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder in totaal 1170 kinderen verdeeld over Canada, China, Jordanië, Turkije, Verenigde Staten en Zuid-Afrika. In al die landen nam het pro-sociale gedrag met de leeftijd toe, maar waren kinderen uit gelovige gezinnen dus steeds minder vrijgevig.

Dat is opvallend, omdat de gelovige ouders hun kinderen als gevoeliger voor onrecht en empathischer inschatten dan ongelovige ouders hun kinderen. Ook is opvallend dat de kinderen uit de gelovige gezinnen juist wel strenger oordeelden over voorbeelden van onheus gedrag en voorstander waren van strengere straffen.

Een mogelijke verklaring is dat een religieuze opvoeding kinderen vooral aanleert dat de moraal een externe oorsprong heeft, in de figuur van een God die dingen voorschrijft. En die, denk aan de toornige God, overtredingen streng bestraft. En opvallend is dan dat die aangeleerde omweg via God en straf kinderen dus juist minder pro-sociaal maakt. Een onbedoeld gevolg van de fout van de misplaatste concreetheid?

(De eerste auteur van dit onderzoek is Jean Decety. Zie over hem ook Empathie en de duale menselijke sociale natuur.)

Update. Zie hier voor een reactie op dit bericht op het Christelijk Informatie Platform: Omdenken voor Christenen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

En, inmiddels blijkt dat het onderzoek -als je de link volgt - teruggetrokken is. Hoeveel mensen zouden in de tussentijd op het verkeerde been gezet zijn?

Henk de Vos zei

Dank voor de reactie. Het artikel is inderdaad door de auteurs teruggetrokken. Met de volgende toelichting:

In our paper, we reported cross-cultural differences in how the religious environment of a child negatively impacted their sharing, their judgments of the actions of others, and how their parents evaluated them. An error in this article, our incorrect inclusion of country of origin as a covariate in many analyses, was pointed out in a correspondence from Shariff, Willard, Muthukrishna, Kramer, and Henrich (https://doi-org.proxy-ub.rug.nl/10.1016/j.cub.2016.06.031). When we reanalyzed these data to correct this error, we found that country of origin, rather than religious affiliation, is the primary predictor of several of the outcomes. While our title finding that increased household religiousness predicts less sharing in children remains significant, we feel it necessary to explicitly correct the scientific record, and we are therefore retracting the article. We apologize to the scientific community for any inconvenience caused.