donderdag 24 november 2011

Gemeenschappelijk wonen

Cissy reageerde op dit bericht over de maakbaarheid van een rijk sociaal leven en sterke sociale cohesie, naar aanleiding van De Kersentuin (reactie onderaan het bericht). Ze schrijft dat ze zelf ook in een wijk woont die door de bewoners zelf is opgestart en wordt beheerd. Omdat er gemeenschappelijke ruimtes zijn en ontmoetingsplekken is er een sociaal buurtleven, met behoud van privacy. Volgens haar is het heel goed voor de kinderen. "Wat mij betreft is de wijk een ideale samenleving op microniveau."

Er zijn over het land verspreid veel meer van dit soort initiatieven, bekend geworden onder de namen centraal- of gemeenschappelijk wonen. Het gaat steeds om vormen waarin huishoudens over een zelfstandige woning of wooneenheid beschikken en daarnaast gemeenschappelijke voorzieningen en ruimten met elkaar delen. En altijd is er een vorm van zelforganisatie. Interessante informatie is te vinden op de site van de Landelijke Vereniging Centraal Wonen. Deze vereniging heeft samen met zulke verenigingen voor ouderen de Federatie Gemeenschappelijk Wonen in het leven geroepen.

Op die laatste site kun je een kaart aanklikken met de landelijke verspreiding van de, rond de 600, gemeenschappelijke woonvormen. Wat meteen opvalt is dat ze geconcentreerd zijn in stedelijke gebieden. Dat wijst er op dat het sociale isolement van gezinnen in zulke gebieden groter is dan op het platteland en dat er dus in steden meer behoefte is om dat isolement te doorbreken. Dat klopt met dit bericht over de moeilijkheden van het leven in de stad, waardoor stemmings- en angststoornissen er meer voorkomen. En schizofrenie meer voorkomt bij mensen die in de stad zijn opgegroeid.

(Trouwens: een andere verklaring voor die ruimtelijke spreiding is dat er in stedelijke gebieden nu eenmaal meer mensen wonen en dat de kans op zulke woonvormen alleen daardoor groter is. Zou dat die concentratie geheel verklaren?)

Geen opmerkingen: