woensdag 18 januari 2012

Meer over de nadelen (en voordelen) van het in de stad wonen en opgroeien

Dit is een vervolg op dit bericht over de grotere kans op mentale stoornissen voor stadsbewoners of mensen die in de stad zijn opgegroeid. Die grotere kans kan er mee te maken hebben dat sociale netwerken van stadsbewoners meer gefragmenteerd zijn dan die van plattelandsbewoners. En het kan er mee te maken hebben dat stadsbewoners minder in aanraking komen met natuur dan plattelandsbewoners. En zowel een sociale netwerk van persoonlijke relaties als het in aanraking komen met de natuur zijn leefstijlkenmerken die ons welzijn verhogen. Zie dit bericht over goede voornemens en therapeutische leefstijlveranderingen.

Nu kwam ik twee studies tegen die hier meer licht op werpen. Uit een Zweedse studie blijkt dat plattelandskinderen van tussen de 11 en 15 jaar meer veiligheid en onderling vertrouwen in hun sociale omgeving waarnemen dan stadskinderen van dezelfde leeftijd. En dat die veiligheid en het onderlinge vertrouwen samenhangen met een hoger welzijn. Dit is een aanwijzing dat de sociale omgeving waarin plattelandskinderen opgroeien gemiddeld genomen gunstiger is voor hun sociale en morele ontwikkeling, en dus voor hun gemeenschapsgedrag en hun pro-sociale gedrag, in vergelijking met stadskinderen.

En deze Amerikaanse studie laat zien dat kinderen met AD(H)D die vaker in open, groene ruimtes spelen minder ernstige symptomen hebben, zoals gemeld door hun ouders, dan kinderen die dat meer binnenshuis doen of in bebouwde en misschien wel open, maar bestrate, ruimtes. Die open en groene ruimtes vind je natuurlijk meer op het platteland. Deze studie werpt geen licht op de vraag of de kans op AD(H)D groter is voor stadskinderen. Je zou het wel verwachten en misschien is het onderzocht, maar ik ben er niet van op de hoogte.

Wereldwijd groeit de stadsbevolking. Dat lijkt niet te vermijden. Maar we kunnen wel van zulk onderzoek leren dat we steden ruimtelijk en qua voorzieningen zo moeten inrichten dat mensen gemakkelijker in hun buurt een sociaal netwerk ontwikkelen, zodat kinderen een veilige en vertrouwde sociale omgeving hebben. En daar hoort bij dat elke buurt zijn open, groene ruimtes heeft. En dat gaat niet samen met steeds dichtere bebouwing.

Tenslotte: je zou kunnen denken dat die wereldwijde trek naar de stad betekent dat mensen liever in de stad wonen dan op het platteland. Dus, waar maken we ons druk over? Het is zeker zo dat in grote delen van de wereld het wonen in de stad aantrekkelijker is dan het wonen op het platteland. In de stad is meer werkgelegenheid, zijn er meer opleidingskansen en liggen de inkomens hoger. En daardoor zijn in die delen van de wereld stadsbewoners tevredener met hun leven dan plattelandsbewoners, ondanks de grotere vervuiling en congestie. Maar dit geldt vooral voor die gebieden die minder economisch ontwikkeld zijn. Hoe meer economisch ontwikkeld (hoe welvarender), hoe meer het platteland de stad benadert of zelfs voorbijstreeft in de levenstevredenheid van mensen. Zie dit artikel.

Geen opmerkingen: