dinsdag 14 mei 2013

Paul Krugman over hoe de bezuinigingszeepbel kon ontstaan. De economie als een "morality play" en de belangen van de rijken

In een artikel in The New York Review of Books naar aanleiding van o.a. het boek Austerity. The History of a Dangerous Idea van Mark Blythe zet Paul Krugman op een rijtje hoe het zo is gekomen dat politici en sommige economen in 2010 begonnen te geloven dat zo snel mogelijk zo veel mogelijk bezuinigen het beste antwoord was op de economische crisis. Zie de link onderaan.

Hoe kon het gebeuren, deze terugval in kennis tot de tijd voor Keynes? Er waren wat publicaties (Alessina en Ardegna, Reinhart en Rogoff) die argumenten leken te verschaffen voor bezuinigen, maar al meteen was duidelijk hoe zwak die waren. Maar politici en financiële beleidsmakers gingen er mee aan de haal. Hoe is dat te verklaren?

Het meest waarschijnlijk lijkt dat ze geen weerstand konden bieden tegen de verleiding om de economie te beschouwen als een morality play. De financiële crisis ontstond door excessieve schulden en het beste antwoord daarop is dus dat mensen daar voor moeten boeten. Maar de economie zit anders in elkaar en boetedoening maakt de problemen erger. Want wat de een uitgeeft is inkomen voor de ander. En als we dus niet alleen privaat onze schulden terugbrengen, maar ook publiek, dan komt de economie tot stilstand. En dat is precies wat er gebeurt. De feitelijke ontwikkeling laat dus zien dat de gekozen bezuinigingsstrategie de verkeerde weg is. Er is een onderscheid tussen wat tussen individuen (op microniveau) moreel juist is en wat dat is op het niveau van een gehele economie. Ja, het blijkt helaas gemakkelijk te zijn om de fallacy of composition te maken.

Maar een aanvullende verklaring kan zijn dat de politici en de financiële beleidsmakers meer oog hebben voor de belangen van de crediteurs, voor degenen die hun uitgeleende geld terug willen hebben, dan voor al degenen die slachtoffer zijn geworden van de drastische bezuinigingen, de werklozen voorop. Al met al zijn de rijken en vooral de allerrijksten er nog niet zo slecht vanaf gekomen. Hun belangen zijn heel behoorlijk gediend.

Het is, zo besluit Krugman,
a terrible story, mainly because of the immense suffering that has resulted from these policy errors. It’s also deeply worrying for those who like to believe that knowledge can make a positive difference in the world. To the extent that policymakers and elite opinion in general have made use of economic analysis at all, they have, as the saying goes, done so the way a drunkard uses a lamppost: for support, not illumination. Papers and economists who told the elite what it wanted to hear were celebrated, despite plenty of evidence that they were wrong; critics were ignored, no matter how often they got it right.
The Reinhart-Rogoff debacle has raised some hopes among the critics that logic and evidence are finally beginning to matter. But the truth is that it’s too soon to tell whether the grip of austerity economics on policy will relax significantly in the face of these revelations. For now, the broader message of the past few years remains just how little good comes from understanding.
How the Case for Austerity Has Crumbled by Paul Krugman | The New York Review of Books

Geen opmerkingen: