maandag 27 januari 2014

Draait alles om vertrouwdheid?

Stilstaand bij de sociale voorwaarden voor gezondheid en pro-sociaal gedrag kun je op het idee komen dat alles draait om vertrouwdheid. Om het wel of niet voldoende omgang hebben met vertrouwde anderen. Dus met anderen met wie je een gezamenlijke geschiedenis hebt. Een gemeenschapskring. Als die er onvoldoende is, dan is eenzaamheid en/of statuscompetitie altijd dichtbij. Ongunstig voor pro-sociaal gedrag en, vanwege de stress, slecht voor welzijn en gezondheid.

Een andere keer meer over vertrouwdheid en gezondheid. Nu, in dit bericht en waarschijnlijk in enkele vervolgberichten, iets over vertrouwdheid en pro-sociaal gedrag.

We weten al dat pro-sociaal gedrag gemakkelijk tot stand komt tussen mensen die elkaar vertrouwd zijn. Zie het bericht Te geven is zaliger dan te ontvangen - Maar de gelegenheid maakt de gever. Het deel uitmaken van zo'n gemeenschapskring zegt meer over hoe pro-sociaal iemand zich gedraagt dan informatie over de eigenschappen van die persoon. De gelegenheid maakt pro-sociaal.

Maar het is waarschijnlijk meer dan de gelegenheid. Als je bedenkt dat het met mensen, maar waarschijnlijk met zoogdieren in het algemeen, altijd twee kanten op kan, die van gemeenschap of statuscompetitie, dan dan zie je dat het voor pro-sociaal gedrag altijd nodig is om de statuscompetitie te onderdrukken. En die vertrouwdheid zou wel eens het eerste en betrouwbaarste signaal kunnen zijn dat statuscompetitie niet nodig is. Vertrouwdheid is geruststelling. Een signaal dat het niet het moment is voor vechten of vluchten of voor onderdrukking of onderdanigheid, maar voor tolerantie, welwillendheid en zelfs zo nodig goedgeefsheid.

Dat zou geheel overeenkomen met de analyse die Stephanie Preston en Frans de Waal gaven (pdf) van de ultimate en proximate oorzaken van empathie, het vermogen je in de ander in te leven en daardoor pro-sociaal te kunnen reageren op iemands noden. (Die ultimate oorzaak slaat op die oorzaken waardoor een bepaalde vaardigheid in de evolutionaire ontwikkeling van een soort is ontstaan. Terwijl de proximate oorzaak verwijst naar de omstandigheden in de omgeving waardoor die vaardigheid ook in gedrag wordt omgezet.)

 In die analyse van Preston en De Waal is een prominente rol voor vertrouwdheid weggelegd. De aanwijzingen zijn legio dat de neiging tot empathie sterk wordt aangewakkerd als de ander een vertrouwd iemand is. Of als de ander sterk met ons overeenkomt, wat we kennelijk zien als een aanwijzing voor vertrouwdheid. En we weten dat de activiteit van spiegelneuronen, waar empathie op berust, met vertrouwdheid samenhangt. Zie Empathie en de grenzen van het zelf: het belang van vertrouwdheid.

Dat zou dus kunnen betekenen dat groepsleven, het in groepen van onderlinge vertrouwdheid gaan samenleven, de vonk is geweest (de ultimate oorzaak) die de ontwikkeling van pro-sociaal gedrag in de evolutie in gang heeft gezet.

En dat is opmerkelijk. Want de twee oorzakelijke mechanismen die tot nu toe in de biologie naar voren zijn geschoven als mogelijke verklaringen voor pro-sociaal gedrag (of altruïsme) maken van vertrouwdheid weinig melding. Het gaat dan om verwantschapsaltruïsme en wederkerigheidsaltruïsme. Er is nog een derde, groepsselectie, maar die reken ik even tot het wederkerigheidsaltruïsme.
  • Verwantschapsaltruïsme stelt als verklaring dat het pro-sociale gedrag gericht is op anderen waarmee genen gedeeld worden, dus op genetisch verwanten. Daarmee wordt dus ook de verspreiding van de genen bevorderd die ten grondslag liggen aan dat pro-sociale gedrag. En inderdaad, zo kan pro-sociaal gedrag zich evolutionair in stand houden, maar dan moet het wel op verwanten gericht zijn.
  • Wederkerigheidsaltruïsme zou ook zonder de gerichtheid op verwanten kunnen bestaan, als het pro-sociale gedrag steeds tussen dezelfde personen wordt uitgewisseld. Dat elkaar bij staan bevordert ieders overleving en reproductie en het voorkomt uitbuiting door egoïstische anderen. Bij groepsselectie komt daar nog bij dat groepen onderling concurreren en dat groepen met meer onderling pro-sociaal gedrag beter zouden overleven dan groepen met minder.
 Maar zit vertrouwdheid niet eigenlijk besloten in deze mechanismen van verwantschap en wederkerigheid? Ja, dat lijkt wel degelijk zo te zijn.

Neem nu die verwantschap. Want hoewel mensen tegenwoordig in staat zijn tot het uitvoeren van een DNA-test, heeft de evolutie natuurlijk nooit gezorgd voor een perfect vermogen tot verwantschapsherkenning. En daarmee is in feite vertrouwdheid de beste benadering. Terwijl het (ultimaat) om verwantschap draait, is het (proximaat) de vertrouwdheid die het gedrag stuurt. Denk nog eens aan Over de kracht van vertrouwdheid en hechting, over die twee Japanse stellen die te horen krijgen (in de film Like father, like son) dat hun zesjarige zoontjes kort na de geboorte in het ziekenhuis zijn verwisseld.

Dat vertrouwdheid, ook bij dieren, inderdaad fungeert als benadering van verwantschap, blijkt uit de studie Pro-social behavior in rats is modulated by social experience. Onderzoekers gaven ratten de mogelijkheid om een in een buisje opgesloten soortgenoot te bevrijden. Die die benarde positie duidelijk niet waardeerde. En ze leerden hoe dat buisje open te maken.

Maar deden ze dat in alle gevallen waarin een soortgenoot was opgesloten? Als de soortgenoot iemand uit  de eigen kooi was, met hoge onderlinge verwantschap en vertrouwdheid, ja, dan werd die meteen bevrijd. Maar ook een vreemde soortgenoot werd bevrijd, dat wil zeggen, als die van hetzelfde ras was, dus in die zin een vertrouwde was. Dat gold niet voor een soortgenoot van een ander ras, die er anders uitzag en dus in die zin minder vertrouwd.

Zijn ratten dan racistisch? Nee, want het blijkt te gaan om vertrouwdheid. Als ze van te voren een poosje met een rat van een ander ras hadden samengewoond, dan werd die andere rat ook bevrijd. En: in dat geval werden zelfs ook andere ratten van dat andere ras uit hun benarde positie geholpen. Vertrouwdheid met een lid van dat andere ras was voldoende voor welwillendheid tegenover alle andere leden.

En uiteindelijk bleek dat vertrouwdheid zelfs domineerde over ras. Een rat die was grootgebracht (geadopteerd) in een groep van een ander ras, bevrijdde wel de leden van dat andere ras en niet die van het eigen ras.

Kortom, net zo als bij mensen blijkt het te gaan om met wie je contact hebt gehad en met wie je vertrouwd bent. Zie Meer contact helpt tegen vooroordelen en tegen (gewelddadige) conflicten. En over hoe dat komt.

Tenslotte: wederkerigheid als verklaring voor pro-sociaal gedrag lijkt evenzeer gewoon te berusten op wederzijdse vertrouwdheid. Zie daarover eigen werk, namelijk: Reciprocal Altruism under Conditions of Partner Selection. Meer daarover een volgende keer.

Geen opmerkingen: