dinsdag 28 januari 2014

Politici zijn verbazend consistent: ze kiezen altijd het verkeerde beleid - Paul de Grauwe

Paul de Grauwe reageert vandaag op de bekering van de Franse president Hollande tot het volledig op de aanbodkant gerichte economische beleid. Zie Yes, it’s the economy, stupid, but is it demand or supply?

Hollande sluit zich aan bij de consensus onder de Europese politieke elite dat de huidige economische problemen moeten worden opgelost door hervormingen aan de aanbodkant. De arbeidsmarkt moet flexibeler, mensen moeten gemakkelijker kunnen worden ontslagen, de lonen moeten naar beneden en de concurrentie moet worden bevorderd.

Zijn zulke hervormingen dan niet wenselijk? Ja, sommige wel, maar dat waren ze ook al voorafgaand aan de crisis. Die crisis is er eerst en vooral door een tekortschietende vraag. Hoe kan het dat politici dat niet in de gaten hebben?

Dat is historisch te verklaren. Als je terugkijkt naar de naoorlogse geschiedenis, dan zie je dat politici consistent verkeerd reageerden op economische crises. Tot 1970 domineerde het Keynesiaanse model in het politiek-economische denken. Dat model was er door het beheersen van de vraagkant van de economie op gericht om een slecht en langdurig evenwicht van lage productie en hoge werkloosheid te voorkomen. Er was weinig aandacht voor de mogelijkheid dat ook de aanbodkant van de economie een oorzaak van problemen zou kunnen zijn. Verwacht werd dat het aanbod zich altijd wel aan de vraag zou aanpassen.

Maar toen kwamen de jaren 70. Het aanbod zakte in, bij gelijkblijvende prijzen. En dus zonder automatische correcties. Omdat politici de neiging hadden alles als een vraagprobleem te zien, gingen ze de vraag aanwakkeren. Maar dat creëerde onder die omstandigheden een loon-prijsspiraal en snel oplopende inflatie. Door dat foute beleid ontstond de onjuiste indruk dat al dat Keynesiaanse beleid van vraagbeheersing voor geen cent deugde.

Vanaf toen groeide de opvatting dat alle economische problemen die er zijn altijd te maken hebben met de aanbodkant. En dat de vraag zich altijd wel aanpast aan het aanbod. Stimulering van de vraag leidde toen tot inflatie en daaruit werd geconcludeerd dat stimulering van de vraag altijd, onder alle omstandigheden zal leidden tot inflatie.

Daar kwam een ideologische verschuiving bij. Die inhield dat markten het beste werken als je ze zoveel mogelijk vrij laat. Dus aan de aanbodkant zoveel mogelijk dereguleren, privatiseren en uitbesteden. En de macht van de vakbonden zien terug te dringen. Je komt dan vanzelf in het goede evenwicht terecht van hoge economische groei en lage werkloosheid.

Dit werd, aldus Paul de Grauwe, de officiële zienswijze in Europa, van de Europese Commissie en van de Europese Centrale Bank.

Maar toen kwam in 2008-09 de grote schok aan, ja, precies, de vraagkant. De private schulden waren torenhoog geworden en iedereen ging aflossen. En dus stortte de vraag in. Gedurende korte tijd werd dit ook gezien als wat het was: een vraagprobleem bij uitstek. Maar toen er werd gestimuleerd, begonnen de overheidstekorten op te lopen.

Dat hoort onder die omstandigheden ook de bedoeling te zijn. Maar toen:
something remarkable happened in Europe. Once it became clear that the debt overhang would not easily disappear and in fact triggered a sovereign debt crisis in the eurozone, economists and policy-makers started looking at the world through the spectacles of their supply-side models. As a result, eurozone policymakers shifted gears and started to interpret the shock as one arising from the supply side and applied the wrong medicine.
De bril van de aanbodkant werd opgezet. En daarmee werd dezelfde fout gemaakt als in de jaren 70, toen met de bril van de vraagkant naar een aanbodprobleem werd gekeken. En net zo als toen werd gekozen voor een beleid dat de problemen verergerde. In plaats van de problemen op te lossen. Er moest worden bezuinigd. En er moest worden hervormd. Daardoor ontstond de dubbele-dip recessie van 2012-2013.

Want het bleek dat de multiplier van overheidsuitgaven niet nul was, zoals in de jaren 70, maar hoger en zelfs hoger dan 1. Door minder uit te geven maakten overheden niet de weg vrij voor economische groei, nee, integendeel, die zakte nog verder in. De problemen aan de vraagkant werden er door verergerd. Het Internationale Monetaire Fonds (IMF) is dat ook gaan inzien. Tot nu toe ontbreken aanwijzingen voor dat inzicht bij de Europese Commissie. (Wel met uitzondering van Laszlo Andor, hoort daaraan te worden toegevoegd.)

Het is al met al een droevig geheel. Paul de Grauwe:
Five years after the negative demand shock of 2008-09, policy-makers continue to misdiagnose the nature of that shock. Now the French President François Hollande has joined the crowd of European policy-makers who strongly believe that supply-side measures are all that matters in Europe and that such measures will automatically lead to solving an insufficiency of demand. This is a surprising change of strategy especially now that, for at least one year, the rate of inflation in Europe, and especially in the eurozone, is declining continuously. In early 2014, it reached 0.8%. If the shock had come from the supply side, one would have observed an increase in inflation, very much like in the 1970s when the European and American economies were hit by a negative supply shock. (...)
European policy-makers are determined to cure a demand-side problem by focusing exclusively on supply-side medicine
Blijft de vraag hoe het toch mogelijk is dat een hele politiek-economische elite zo consistent verkeerd reageert op economische crises. Terwijl de kennis en inzichten voor een juiste reactie al die tijd aanwezig zijn. Waarom dringen die inzichten niet door tot de plaatsen waar ze nodig zijn? Anders gezegd: waarom schermt die elite zich van cruciale informatie af? Je zou gaan denken dat we door een sekte geregeerd worden.
 Update 31-01-2014. Zie ook nog eens terug Het Centraal Planbureau geeft de politici een lesje van nu bijna een jaar geleden.

Geen opmerkingen: