vrijdag 7 februari 2014

La passeggiata: de deur uit om te wandelen en elkaar te ontmoeten. Waarom in Nederland niet?

We komen steeds minder bij elkaar op bezoek. Sinds 1975 is de tijdsbesteding daaraan gehalveerd. Zie het rapport Met het oog op de tijd van het Sociaal en Cultureel Planbureau. We hebben kennelijk minder goede contacten in de woonomgeving. En het is de vraag of het onderhouden van contacten via media daar wel tegen op weegt. De samenleving lijkt anoniemer te worden en gezinnen lijken behoorlijk sociaal geïsoleerd. Eenzaamheid past niet bij hoe mensen in elkaar zitten, maar doen we wel genoeg om het te voorkomen?

Het beste middel tegen eenzaamheid zou wel eens de aanwezigheid van ontmoetingsplekken kunnen zijn. Verspreid over buurten en voor zoveel mogelijk mensen op loopafstand bereikbaar. En je kunt je afvragen waarom die er niet genoeg zijn.

Maar het gaat misschien niet alleen om de aanwezigheid van een bepaalde plek. Je kunt elkaar natuurlijk ook gewoon op straat ontmoeten. Als we nou eens allemaal op ongeveer dezelfde tijd de deur uitgingen om een wandelingetje te maken. Een blokje om te lopen. Oké, als het weer het toelaat. Dan zouden we elkaar treffen en misschien zouden we zomaar eens een praatje maken met anderen die een paar huizen of een straat verder wonen.

Mooi bedacht, maar dat lukt natuurlijk nooit.

Maar wacht, er zijn landen waar mensen dit als routine doen. Waar het onderdeel van de cultuur is. Neem la passeggiata in Italië. Het avondwandelingetje. En op zondag na de koffie. (En vergeet Spanje niet.) Een mooie beschrijving geeft Margie Miklas:
Every evening, between the hours of 5pm and 8pm, Italians take to the streets, participating in what is known as La Passeggiata, or the evening stroll. The name comes from the verb passeggiare, which means to walk. Sociologists label La Passeggiata a "cultural performance, and on Saturdays and Sundays entire families participate, this frequently being the main social event of the day. Afterward, everyone heads home together for the evening meal.
In her book titled "The Passeggiata and Popular Culture in an Italian Town," Giovanna Delnegro states that this custom "reinforces a sense of belonging." Individuals greet their friends and acquaintances, while sharing all the latest news and gossip. Women frequently hold hands, walking together in what appears as an informal parade. As they mark the end of the workday, men can be heard to say "andiamo a fare qualche vasca," or "let's go do some laps." Not only is the custom of La Passeggiata a social bonding experience, but also good exercise.
Originally, one of the purposes of La Passeggiata was to display the charms of young women who were eligible to be married, and in this process, parents of these girls encouraged them to be flirtatious. They want their daughters to look good, or "fare una bella figure." This could be one of the reasons that generally people change their clothing after working, and put on their finer attire, dressing to impress, for the evening stroll. The goal is, after all, to see and be seen, or "vedere e farsi vedere."
Dat wandelen is altijd meer slenteren en wordt afgewisseld met het in wisselende groepjes uitwisselen van meningen en nieuwtjes. Iedereen die wel eens in Italië komt kent het. De foto hiernaast maakte ik in Rome. Die mensen wandelen elke middag naar dat bankje. Om bij te praten. In de Via del Portico D'Ottavia.

Ik werd gisteren aan la passegiata herinnerd toen ik Willem van Toorns Het Grote Landschapsboek doorbladerde. Een prachtboek (uit 2011) dat nu in de ramsj te koop is. Hij beschrijft daar, in het hoofdstuk De landschappelijke stad, hoe hij als kind met zijn ouders in Amsterdam wandelde. Hij verwijst daar ook naar de Italiaanse passeggiata.

Waarom is dat collectieve straatje om ook niet onderdeel van onze cultuur? Of waarom gaan we er niet gewoon mee beginnen? Willem van Toorn denkt dat de stad er ook op moet zijn ingericht. Hij bedoelt daarmee dat er voor de bewoners iets te doen moet zijn. En dat is in onze steden vaak niet zo. We hebben in de binnenstad (p. 24):
de openbare ruimte uit handen gegeven aan de commercie, de vermaaksindustrie, aan shopping als vrijetijdsbesteding, aan de jeugdcultuur. De nieuwe bedrijfstak van de citybranding is zelfs vooral bedoeld om zoveel mogelijk volk van buiten aan te trekken. Als bewoner loop je vooral 's avonds vaak wat vervreemd door je eigen stad, je afvragend of deze stad jouw landschap nog wel is. Wie wil ervaren wat de stad ook kan zijn, moet eens op het uur van de passeggiata (na het werk, of op zondagochtend na de koffie) door een Italiaanse provinciestad wandelen, liefst aan de kust of aan een meer of rivier. Daar zie je nog wat mijn ouders in hun geboortestad, maar ook in het Amsterdam van toen, zagen: iedereen wandelend op de promenade, het plein, het stadspark, zonder onderscheid in generaties, oude mensen, gezinnen met kinderen, rijen giechelende gearmde meiden, een dame met een hondje. Gewone mensen in het landschap van hun stad.
Dat is de binnenstad, die bij ons niet meer uitnodigt om er als bewoner te gaan wandelen. En die saaie buitenwijken zijn uitdrukkelijk uitsluitend bedoeld om er te wonen, televisie te kijken en er te slapen en verder zo weinig mogelijk. Hoe kan het zo gekomen zijn?

Geen opmerkingen: