zondag 5 oktober 2014

Zondagochtendmuziek - John Coltrane - Crescent (Live at Temple University)

Net als bij Mozart en Schubert, vraag je je bij John Coltrane af hoe hij zich verder zou hebben ontwikkeld als hij niet zo jong gestorven was.

In de New York Review of Books gaat Geoff Dyer daar op in (zie Catastrophic Coltrane), naar aanleiding van de net uitgekomen CD Offering: Live at Temple University, met wat zijn laatste opnamen bleken te zijn. (Update. Joop Böhm attendeerde me er op dat volgens Wikipedia “The Olatunji Concert” (1967)  zijn laatste “live” opnamen zijn.) Dat was in 1966, waarna hij op 17 juli 1967 op 40-jarige leeftijd overleed aan leverkanker.

In die tijd werd zijn muziek "in toenemende mate uitzinnig", increasingly frenzied, zoals Dyer het omschrijft. Het was de tijd van de free jazz, waar Coltrane in zijn laatste jaren volop aan meedeed. Blijkens dit citaat uit een interview in 1963 werd hij, zoekende naar hoe hij verder moest, een bewonderaar van Ornette Coleman, de grote gangmaker van de free jazz:
Yeah, well, I feel indebted to him [Coleman], myself. Because actually, when he came along, I was so far in this thing [the "harmonic structures"], I didn't know where I was going to go next. And, I didn't know if I would have thought about just abandoning the chord system or not. I probably wouldn't have thought of that at all. And he came along doing it, and I heard it, I said, "Well, that - that must be the answer."
Zou hij als hij langer had geleefd in deze richting zijn doorgegaan? Maar over wat dat had betekend, kunnen we slechts raden. Naast het verlaten van de vaste vormen, komt wat hij hier doet vooral neer op het te hard blazen (overblowing), waardoor meerdere noten tegelijk lijken te klinken.

Misschien niet echt geschikt voor een vredige zondagmorgen. Maar wel een interessant kijkje terug in de tijd. Update. De oorspronkelijke video is van YouTube verwijderd. Hier is de link naar een audio van een gedeelte van het concert op de Temple University van 11 november 1966.

Geen opmerkingen: