vrijdag 27 maart 2015

Door toename vrije tijd gingen we vooral meer televisiekijken. En wat deden we met onze sociale contacten?

We zijn met zijn allen in een maatschappij beland waarin we met betaalde arbeid in ons levensonderhoud moeten voorzien. Maar in de afgelopen anderhalve eeuw is het aantal uren arbeid dat daarvoor nodig is, sterk afgenomen. Hieronder zie je de afname van het aantal gewerkte uren per week voor verschillende landen sinds 1870. (Bedenk overigens wel dat de verticale as niet bij nul begint.) Business Insider, waaraan ik dit plaatje ontleen, schat dat we door de toegenomen arbeidsproductiviteit gemiddeld 30 uur per week minder betaald zijn gaan werken.

Hours Worked Per Week

Wat zijn we met die toegenomen vrije tijd gaan doen? Wat voor prachtige en zinvolle dingen zijn we gaan doen om al die vrije tijd te vullen? Hebben we die besteed aan persoonlijke ontwikkeling? Aan een rijker sociaal leven?

Vergeet het maar. Volgens dat bericht van Business Insider zijn we bovenal televisie gaan kijken. Want kijk maar: gemiddeld genomen kijken we ongeveer vier uur per dag televisie en dat is 28 uur per week. Die 30 uur meer vrije tijd gaat dus bijna geheel op aan het staren naar al die onzinprogramma's op de beeldbuis.

Time Spent Watching Television
Dat is nogal ontnuchterend. Maar eigenlijk is het nog erger. Want die televisie is er natuurlijk pas vanaf ongeveer 1950, 1960. En de grootste afname van de werkweek was toen al achter de rug. Als je in die grafiek naar Nederland kijkt (de roodbruine lijn), dan zie je een afname van de werkweek van ongeveer 15 uren na 1950. Dat komt neer op ruim twee uur per dag minder betaald werken.

En we kijken 195 minuten per dag televisie, dus bijna drie en een half uur. Sinds 1950 zijn we dus zelfs meer televisie gaan kijken dan we er aan vrije tijd bij hebben gekregen. Dat moet betekenen dat die vermaledijde televisie zelfs in de plaats is gekomen voor iets anders wat we in onze vrije tijd doen.

Wat zou dat kunnen zijn? Geen moeilijke vraag, want we weten dat, in ieder geval vanaf 1975, onze tijdsbesteding aan sociale contacten buitenshuis is afgenomen. Zie We gaan minder en minder en minder bij elkaar op bezoek. Gezinnen weer meer sociaal geïsoleerd. Sinds 1975 is het aantal uren dat we bij elkaar (buren, familie, vrienden) over de vloer komen, meer dan gehalveerd.

Die televisie, die er in Putnams Bowling Alone al zo slecht afkwam, heeft dus nogal wat aangericht. Hij heeft niet alleen onze toegenomen vrije tijd opgeslorpt, maar bovendien nog onze sociale contacten doen afnemen.

En dat zet je aan het denken over die eerste helft van de vorige eeuw. Die was misschien zo slecht nog niet. De toename van de vrije tijd was toen het grootst. Kijk maar weer naar die grafiek bovenaan dit bericht. Met het grote voordeel dat er toen nog geen televisie was. Als je bovendien bedenkt dat er toen nog maar weinig schaalvergroting en ruimtelijke concentratie van voorzieningen was, met nog maar weinig autobezit, dan vermoed je dat familie en vrienden toen dichter bij elkaar woonden. En bovendien dichter bij hun werk woonden. Wat een sociale tijd moet dat zijn geweest, die eerste helft van de vorige eeuw.

Geen opmerkingen: