maandag 5 september 2016

Puur altruïsme bestaat echt - En meer bij ouderen

Het is misschien de tijd waarin we leven, maar je komt vaak een cynische kijk op mensen tegen. Die houdt in dat iedereen van binnen een egoïst is die alleen op eigen gewin uit is en dat alle menselijke goedheid niet meer is dan een vernislaagje dat dient om van anderen het vertrouwen te winnen en om van hun goedgelovigheid te profiteren. Wat op altruïsme lijkt, zou dan alleen maar voortkomen uit de zorg om de eigen reputatie, om op anderen indruk te maken. Dat cynisme wordt wel verwoord met de frase Scratch an ‘altruist’ and watch a ‘hypocrite’ bleed.

Dat cynisme staat op de een of andere manier wel stoer en in een statuscompetitieve maatschappij is het altijd goed om stoer over te komen.

Maar de menselijke sociale natuur is complex en het is plausibel dat "echt", "puur" altruïsme er ook onderdeel van is. (Denk aan de Dual Mode-theorie als het gaat om die complexiteit.)

De nieuwe studie A General Benevolence Dimension That Links Neural,Psychological, Economic, and Life-Span Data on AltruisticTendencies versterkt de al bestaande aanwijzingen in die richting. Zie ook Signs of pure altruism converge in the brain and increase with age voor een samenvatting van het onderzoek.

De onderzoekers namen bij 80 personen een fMRI-scan af terwijl die keken naar verschillende verdelingen van sommen geld over henzelf en verschillende goede doelen. Ze keken in het bijzonder naar de hersengebiedjes waarin beloond worden neuraal wordt verwerkt. Bij sommige van de deelnemers waren die gebiedjes vooral actief in die gevallen dat die verdelingen voor henzelf gunstig uitvielen.

Maar bij anderen waren ze juist heel actief als er veel geld naar een goed doel ging. Wat dus laat zien dat deze personen daarbij een gevoel van beloning ervoeren. Bij hen was het besef dat een charitatieve instelling meer middelen kreeg toegediend, een aangename ervaring.

Beide blijkt dus mogelijk: de een is een egoïst, de ander een (pure) altruïst.

Interessant was dat dat pure altruïsme blijkt samen te hangen met de scores op vragenlijstjes waarmee de mate van empathische bezorgdheid en de geneigdheid tot inleving in anderen werden gemeten. Wat mensen verbaal over zichzelf vertelden, blijkt te worden "bevestigd" door hun hersenactiviteit.

Opvallend was ook dat het pure altruïsme meer voorkwam bij de ouderen. Dat kan er op wijzen dat het met de jaren groeit. Misschien hangt dat er mee samen dat we gedurende onze levensloop beter leren om andere mensen te vertrouwen, Omringd door anderen die je vertrouwt, is het makkelijker om puur altruïstisch te zijn.

Maar toch vraag je je af of dat niet anders zou kunnen. Waarom moeten mensen eerst een egoïstische en wantrouwende levensfase door alvorens uit te groeien tot elkaar vertrouwende altruïsten? Wat een verspilling.

Geen opmerkingen: