maandag 27 februari 2017

Het is immoreel om het probleem van ongelijkheid niet aan te pakken

Kate Pickett en Richard Wilkinson roepen op om het probleem van ongelijkheid aan te pakken. De kennis over de schadelijke gevolgen van ongelijkheid is nu zo omvattend dat het nalaten om er iets aan te doen als immoreel dient te worden beschouwd. Zie hun Immorality of inaction on inequality in de British Medical Journal

Pickett en Wilkinson verwijzen naar het Global Risks Report 2017 van het World Economic Forum, waarin de toenemende inkomens- en vermogensongelijkheid gerekend wordt tot de top drie veroorzakers van wereldwijde bedreigingen. En ze halen het bizarre gegeven aan uit het Oxfam rapport An Economy For the 99% dat de rijkste acht personen over evenveel vermogen beschikken als de armste helft van de wereldbevolking.

Die extreme ongelijkheid heeft een scala aan negatieve gevolgen. Landen met een grotere ongelijkheid worden gekenmerkt door
poorer physical and mental health, more illicit drug use, and more obesity. More unequal societies are marked by more violence, weaker community life, and less trust. Inequality also damages children’s wellbeing, reducing educational attainment and social mobility.
(...) Among developed countries, mental illness and infant mortality rates are two or three times as high in more unequal countries; teenage birth rates and homicide rates can be 10 times higher. These differences are so large because inequality affects the majority of the population not just a poor minority, and the scale of income differences within a society immerses us all more deeply in issues of status insecurity and competition. A growing literature also highlights the effect of inequality on status anxiety, depression, narcissism, self enhancement, and addictions.
Hoe dat zo gekomen is?
During the 20th century inequality in most rich countries fell almost continuously from the 1930s to the 1970s and then increased dramatically from the 1980s with the dominance of neoliberal economics. This widening inequality has been dominated by top incomes growing faster than others.
 Anders gezegd, het gaat hier om een toename van ongelijkheid die een gevolg is van het gevoerde (neoliberale) beleid. Die dus niet kan worden toegeschreven aan onpersoonlijke factoren als de globalisering. Zie ook CRISIS OF CAPITALISM? PERHAPS, BUT DON'T BLAME IT ON GLOBALISATION van Simon Tilford.

En dus kan de ontwikkeling worden teruggedraaid. Als politici dat maar zouden willen. Als ze minder bevangen zouden zijn door de anti-overheidsideologie. Als ze meer zouden doen aan belastingontwijking. Als ze de belastingtarieven progressiever zouden maken. Als ze de financiële sector sterker zouden reguleren, dat wil zeggen, ons beter zouden beschermen tegen de zelfverrijking van die sector.

Pickett en Wilkinson besluiten met:
The long term failure, even of ostensibly progressive governments, to tackle these glaring injustices is perhaps one of the reasons why public opinion has swung so strongly away from the established political parties. And the public’s sense of being left behind will only be exacerbated by the negative health effects of austerity, which are starting to emerge in our health statistics.
(...) During the last generation, economic growth ceased to improve health, happiness, and the quality of life in rich countries. Now, more than ever, we need an inspiring vision of a future capable of creating more equal societies that increase sustainable wellbeing for all of us and for the planet.

zondag 26 februari 2017

Zondagochtendmuziek - Orphanage of the Dutch Music VII: Orphic Fields - Calliope Tsoupaki

De muziek van de Griekse componiste Calliope Tsoupaki, die al lang in Nederland woont, kende ik eigenlijk niet. Niet veel meer dan een naam waar ik wel eens van gehoord had.

Maar daar kwam vrijdag verandering in. Want celliste Larissa Groeneveld voerde tijdens het TivoliVredenburg lunchpauzeconcert samen met haar leerlingen Me to feggári van Tsoupaki uit. Uit de toelichting die Larissa Groeneveld gaf, maakte ik op dat die titel slaat op een wandeling bij maanlicht, waarbij de wandelaar zich afvraagt: "Waarom zucht ik toch altijd zo?".

Een prachtig en intrigerend stuk, voor vier celli en zangstem, in een uitvoering voor vijf celli.

Ik vond het niet op YouTube. Maar wel vond ik deze aflevering van Het Weeshuis van de Nederlandse Muziek, gewijd aan een stuk van Tsoupaki: Orphic Fields uit 1993  Met een interview met de componiste. Boeiend.

maandag 13 februari 2017

Hoe de euro te redden? Door het Begrotingspact te begraven - Als het niet al te laat is

Hoe staat het eigenlijk met de eurocrisis? Het laatste bericht op dit blog daarover dateert al weer van begin oktober vorig jaar. Zie Is er nu echt, eindelijk, dan toch, het einde van het bezuinigingsbeleid in Europa?

Daarin ging het erover dat het bezuinigingsbeleid een stille dood was gestorven. En dat het steeds duidelijker werd hoe economisch onverstandig dat beleid was. Ik refereerde onder meer aan een betoog van Jason Furman, toen hoofd van Obama's Council of Economic Advisors.

Maar de eurozone-leiders zijn nog niet zover dat ze inzien dat het Stability and Growth Pact, kortweg Begrotingsverdrag, waarop dat bezuinigingsbeleid berustte, hoognodig aan grondige revisie toe is.

Maar er is nu een mooie gelegenheid om die stap te zetten. Want dat Begrotingsverdrag is aan het eind van dit jaar vijf jaar in werking als, inderdaad, alleen maar een verdrag tussen de eurozonelanden. En dan moet, unaniem, worden beslist of het deel gaat uitmaken van het Europese Verdrag of niet.

Francesco Saraceno en Gustavo Piga wezen daar tien dagen geleden op in hun European Leaders Should Ditch The Fiscal Compact. En net als Jason Furman eerder, wijzen ze er op dat de crisis van 2008 en de daarop volgende recessie overduidelijk heeft gemaakt hoe onmisbaar macro-economisch begrotingsbeleid is in zulke tijden. Daarzonder dreigt langdurige stagnatie en verdwijnt volledige werkgelegenheid uit het zicht. Denk bij ons aan Bas Jacobs en aan Coen Teulings.

Het Begrotingspact, dat in 2011 in werking trad, schrijft een structureel begrotingsevenwicht voor, een keurslijf dat het onmogelijk maakt om na een crisis deflatie en stagnatie te voorkomen. En om te voorkomen dat de zo gecreëerde bestaansonzekerheid en het ongenoegen onder de bevolking uitmonden in de groeiende populariteit van rechts-extremistische partijen.

Het wordt dus spannend in 2017. Met verkiezingen in Frankrijk en Duitsland. En in Nederland. En aan het eind van het jaar de vraag of er genoeg steun is voor het tegenhouden van het vastklinken van dat onzalige Begrotingspact in de Europese regels.

Misschien, wie weet, komt er in Duitsland eindelijk, onder Schultz, een sociaaldemocratische correctie op de eenzijdig juridische benadering van Schäuble en Merkel (update: zonder enige terughouding gesteund door de opeenvolgende Nederlandse kabinetten).

En wie weet worden we verlost van het huidige sektarisme en kan in Europa eindelijk weer een verstandig macro-economisch beleid gevoerd worden.

Maar misschien is het al te laat en is tegen die tijd het hele gebouw al in elkaar gestort.

zondag 12 februari 2017

Zondagochtendmuziek - John Adams: String Quartet (Seattle Symphony [untitled])

De Amerikaanse componist John Adams wordt deze maand 70 jaar. Ter gelegenheid daarvan wordt veel van zijn werk, dat toch al niet te klagen heeft over belangstelling, opnieuw uitgevoerd. Zoals gisteren in de Zaterdagmatinee de opera Nixon in China

En de Bachtrack Newsletter heeft een interview met hem: “Not a political composer”: Interview with John Adams. Daarin deze passage:
If someone asked you to write an opera about Donald Trump, would you?
Like I said, I'm interested in archetypes, and to me Donald Trump is an archetype of a sociopath, a person who is completely incapable of empathizing, and also I guess a narcissist as well. I suppose at some point I could do that, but he's so omnipresent that there's no point in making a serious work of art about him.
Wat zullen we van John Adams gaan beluisteren? Misschien zijn String Quartet? Hier uitgevoerd door leden van de Seattle Symphony. Kan zo gauw niet ontdekken welk van zijn drie strijkkwartetten dit is.

donderdag 9 februari 2017

Het dehumaniseren van minderheden creëert een agressiespiraal - Over Trump (en Wilders)

De onderzoekers Nour Kteily and Emile Bruneau leggen in de Washington Post uit dat het onverholen dehumaniseren (ontmenselijken) van Moslims en Mexicanen door Donald Trump Amerika niet veiliger maakt. Zie Trump says his travel ban will make America safer. Our research shows it will do the exact opposite.

Integendeel, hoe meer minderheden zich gedehumaniseerd voelen, hoe meer ze zich gekrenkt voelen en hoe meer steun ze geven aan gewelddadige (tegenover vreedzame) collectieve protesten.

Dat blijkt uit onderzoek dat Kteily en Bruneau deden in de tijd van de Amerikaanse voorverkiezingen, waarover ze in november vorig jaar rapporteerden: Backlash. The Politics and Real-World Consequences of Minority Group Dehumanization.

Buiten de sfeer van de eigen vertrouwde relaties blijken mensen goed in staat te zijn om vreemden en dan vooral leden van minderheidsgroepen te dehumaniseren. Denk aan akelige periodes uit de mensheidsgeschiedenis, zoals die van de slavernij en van de Holocaust.

Dehumaniseren kun je zien als het proces waarmee mensen hun vermogen tot empathie uitschakelen. Naar dat uitschakelen van empathie deed Bruneau eerder onderzoek, dat ik besprak in het bericht Over het vermogen om je empathie uit te schakelen. En over verantwoordelijke politici.

In dit nieuwe onderzoek ondervroegen Kteily en Bruneau via internet (Amazon's Mechanical Turk) groepen Amerikanen, waarvan enkele met een Mexicaanse of Moslim-achtergrond. De neiging tot onverholen dehumaniseren stelden ze vast op twee manieren. Als eerste legden ze de deelnemers dit plaatje voor waarin de evolutie van de mens wordt afgebeeld:


Je kon dan met een schuifje van rechts naar links aangeven op welke plaats jij vindt dat Mexicanen of Moslims thuishoren. Hoe meer je dat schuifje naar links beweegt, hoe meer jij onverholen dehumaniseert.

De andere manier bestond eruit dat de deelnemers van een aantal termen moesten aangeven in hoeverre ze die op de Mexicanen of Moslims van toepassing achtten. Het ging om termen als "wild, agressief", "achterlijk, primitief", "gewetenloos" en, omgekeerd gecodeerd, "rationeel en logisch" "in staat tot zelfbeheersing".

Het blijkt dan dat de Amerikanen die meer dehumaniseren meer tegenstander zijn van immigratie, meer vooroordelen hebben, politiek gezien meer aanhanger zijn van de Republikeinse partij en meer aanhanger zijn van Trump.

Dat alles zoals je het zou verwachten. Maar hoe zat het met de Mexicanen en Moslims? Degenen van hen die zich meer gedehumaniseerd voelden, bleken dat ook meer terug te doen en het te beantwoorden met vijandige gevoelens.

Dat wijst dus op een zichzelf versterkend proces. Dehumanisering lokt uit tot omgekeerde dehumanisering, een vicieuze cirkel die natuurlijk gemakkelijk groepsconflicten genereert. In de woorden van de onderzoekers:
Practically, these findings suggest that the “vicious cycle” of dehumanization and meta-dehumanization makes society less safe for both majority and minority group members, and suggest that the calls by Trump and Cruz to make Americans safer by imposing policies like databases to track Muslims are likely to backfire.
Dat proces van onverholen dehumanisering lijkt sterk overeen te komen met wat je ziet bij degenen, zoals PVV-stemmers, die hoog scoren op de Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO). Zie PVV-stemmers willen overheersen - Over Sociale Dominantie, collectief narcisme en rechts-extremisme. Denk even aan drie van de uitspraken waarmee die SDO wordt vestgesteld:
  • Sommige groepen mensen zijn gewoon inferieur aan andere groepen
  • Het is oké als sommige groepen betere levenskansen hebben dan andere
  • Als bepaalde groepen meer hun plaats kenden, dan hadden we minder problemen
En dat klopt, want Kteily en Bruneau hadden ook die SDO-vragen in hun onderzoek meegenomen. Analyses met die SDO veranderden niets aan de resultaten.

Anders gezegd, net zoals Trump Amerika niet veiliger maakt, integendeel, zal Wilders Nederland niet veiliger maken.

maandag 6 februari 2017

Pro-sociaal gedrag is aanstekelijk - Nieuwe aanwijzingen

Dat mensen van nature goed zijn, betekent natuurlijk niet dat ze zich altijd pro-sociaal gedragen. Belangrijk is of ze signalen waarnemen dat anderen zich ook pro-sociaal gedragen. Zie Wie goed doet, doet dubbel goed. Pro-sociaal gedrag is aanstekelijk.

Want mensen zijn zowel in staat tot gemeenschapsgedrag als tot statuscompetitiegedrag en laten zich bij de "keuze" daartussen leiden door wat ze anderen zien doen (Dual-Mode theorie).

Het mooie van pro-sociaal gedrag is dus dat je er dubbel goed mee doet: niet alleen doe je zelf iets goed voor anderen, maar je draagt er ook toe bij dat anderen dat waarnemen en zich daardoor ook pro-sociaal gaan gedragen.

Dat dat zo werkt, blijkt nu weer eens uit nieuw onderzoek: Indirect reciprocity and prosocial behaviour: Evidence from a natural field experiment.

Het gaat om een experimenteel veldonderzoek, uitgevoerd op een grote parkeerplaats in een stad in Australië. Die parkeerplaats had een serie uitgangen naar een over de gehele breedte gelegen weg. Als je die parkeerplaats verlaat, dan kan het gebeuren dat er van rechts een auto komt aanrijden die jou wel of niet de gelegenheid geeft om de weg op te rijden. Als de bestuurder van die auto dat doet, dan is dat een vorm van pro-sociaal gedrag.

De onderzoekers hadden het experiment zo opgezet dat ze eerst na gingen hoe vaak het gebeurde dat als een van hen de parkeerplaats wilde verlaten op het moment dat een auto aan kwam rijden, die automobilist inhield in plaats van door te rijden. Dat bleek in bijna 15 procent van de gevallen te gebeuren. Dat is, zou je kunnen zeggen, in deze situatie de hoeveelheid pro-sociaal gedrag die je als baseline kunt verwachten.

Maar wat gebeurde er als die automobilist die aan kwam rijden, even daarvoor zelf bij het verlaten van de parkeerplaats voorrang had gekregen? Dat gebeurde in die experimentele conditie door de andere onderzoeker die daar "toevallig" net kwam aanrijden en hoffelijk inhield.

In die gevallen verdubbelde het pro-sociale gedrag tot ruim 32 procent, een statistisch significant verschil.

We kunnen dus allemaal iets bijdragen aan een aardiger maatschappij. Door aardig gedrag van anderen uit te lokken door zelf aardig te zijn. Niet als een voor-wat, hoort-wat, maar gewoon als het goede voorbeeld. Als een herinnering aan hoe we zouden willen dat we met elkaar omgaan.

zondag 5 februari 2017

Zondagochtendmuziek - Seiji Ozawa en Haruki Murakami over Glenn Gould die Beethoven speelt

Bij een Beethoven-pianist denk je niet in de eerste plaats aan Glenn Gould.

Maar toch is het interessant om de opname van het Derde Pianoconcert met Leonard Bernstein en het Columbia Symphony Orchestra uit 1960 eens te beluisteren.

Precies dat doen de Japanse schrijver Haruki Murakami en de dirigent Seiji Ozawa tijdens een van hun gesprekken die zijn opgetekend in Haruki Murakami's Absolutely on Music. Conversations with Seiji Ozawa. Het mooie is dat je op de website van Murakami middels een Spotify-lijst de muziek kunt beluisteren die de beide heren bespreken.

De klank van de uitvoering van dat Derde Pianoconcert door Gould en Bernstein doet wel erg ouderwets aan. Niet om lang naar te luisteren. Maar wat Gould doet is wel boeiend. Murakami vraagt aan Ozawa:
His interpretation here is absolutely free, isn't it?
Waarop Ozawa antwoordt:
Pure genius. Utterly convincing. But it's very different from the score. Still it doesn't sound at all strange.
En bij een passage in het tweede deel:
Now that - where he took that pause - that's absolutely Glenn at his freeest. It's the hallmark of his style, those perfectly timed spaces. (...) Now, we're completely in Glenn Gould's world. He's totally in charge now. In Japan we talk about ma in Asian music - the importance of those pauses or empty spaces - but it's there in Western music, too. You get a musician like Glenn Gould, and he's doing exactly the same thing. Not everybody can do it - certainly no ordinary musician. But somebody like him does it all the time.
Dat Glenn Gould autistische trekken had, zal er aan bijgedragen hebben dat hij zo een geniale en eigenzinnige uitvoerder was. Hij is wel hét voorbeeld van een uitvoerder die de componist eer aandoet door zijn werk creatief te benaderen. Niet iedere musicus hoeft natuurlijk zo creatief te zijn, maar dat ze bestaan, is wel erg prettig.

Ik bladerde nog even door Gould's verzamelde opstellen: Glenn Gould. Over muziek (Bosch & Keuning, 1990), geredigeerd door Tim Page, die ook een mooi voorwoord schreef. Daaruit:
Hij werkte het liefst in eenzaamheid, leefde het leven van een monnik en hield nagenoeg uitsluitend via de telefoon contact met de buitenwereld. (...) Gould vond persoonlijke ontmoetingen in de regel overbodig en beschouwde ze als ongewenst stoornissen; hij beweerde dat hij het wezenlijke van iemands persoonlijkheid beter via de telefoon kon begrijpen. Hij had enkele vrienden die hij nooit ontmoette en met wie hij uitsluitend telefonisch contact onderhield.
En hier is een prachtig interview met Tim Page, die heel boeiend vertelt over zijn eigen autisme, dat van zijn vriend Glenn Gould en over hun vriendschap: Tim Page: ‘Glenn Gould had a lot of autism’.

En nu we het er toch over hebben, hier meer over de evolutionaire achtergrond van het bestaan van autisme: Een evolutionaire verklaring voor het bestaan van autisme (Asperger).

vrijdag 3 februari 2017

Lage sociaaleconomische status verlaagt levensverwachting fors, nog los van andere risicofactoren

Als we de levensverwachting van mensen willen bevorderen, dan moeten we niet alleen het alcoholgebruik, de lichamelijke inactiviteit, het roken, hoge bloeddruk, diabetes en overgewicht terugdringen, maar ook de sociaal-economische ongelijkheid.

Dat is de uitkomst van de studie Socioeconomic status and the 25 × 25 risk factors as determinants of premature mortality: a multicohort study and meta-analysis of 1·7 million men and women die vandaag in The Lancet verscheen.

Uit een omvangrijke meta-analyse blijkt namelijk dat het hebben van een lage sociaaleconomische status, los van die andere risicofactoren, samenhangt met een reductie van 2,1 jaar in de levensverwachting voor mensen die tussen de 40 en 85 jaar zijn.

Daarmee komt een lage sociaaleconomische status op de derde plaats in het lijstje van risicofactoren, na roken en lichamelijke inactiviteit, maar dus voor hoge bloeddruk, diabetes, alcoholgebruik en overgewicht. Je ziet de effecten in het plaatje voor mannen en vrouwen afgebeeld.


Dat stemt tot nadenken. Want we weten dat een lage sociaaleconomische status gepaard gaat met meer bestaansonzekerheid en daardoor met het ervaren van meer stress. Zie Gezondheid en sociale omgeving (11): sociaal-economische statusverschillen, baanonzekerheid en Armoede maakt ziek door gevoel anders behandeld te worden - Gezondheid en sociale omgeving (20).

En we weten dat het negatieve gezondheidseffect van stress in ieder geval deels verloopt via zulke risicofactoren als hoge bloeddruk, diabetes en overgewicht. Waar dit nieuwe onderzoek dus op wijst, is dat een lage sociaaleconomische status daarnaast ook nog langs andere wegen de levensverwachting naar beneden drukt. Wat zou betekenen dat het totale negatieve effect nog groter is.

Wat maakt dit resultaat zo belangrijk? De onderzoekers wijzen erop dat de World Health Organization (WHO) wel die overige risicofactoren heeft meegenomen in een plan om de niet-overdraagbare ziektes terug te dringen, maar niet de lage sociaaleconomische status. Dit onderzoek pleit er voor om die fout te herstellen.

En dat zou betekenen dat overheden ook expliciet uit overwegingen van volksgezondheid beleid zouden moeten voeren om sociaaleconomische ongelijkheid terug te dringen. In woorden van de onderzoekers:
Similar to the risk factors targeted by existing global health strategies, socioeconomic circumstances are modifiable by policies at the local, national, and international levels, through interventions such as promotion of early childhood development, poverty reduction, improvements to access to high-quality education, enacting of compulsory schooling laws, and creation of safe home, school, and work environments.
Kijk, dat lijkt me duidelijke taal.

woensdag 1 februari 2017

Over de uitdagingen van de sociale vluchtigheid

De mens is een fundamenteel sociale diersoort. Maar mensen kunnen, als gevolg van die eigenaardige mensheidsgeschiedenis en de daardoor ontstane culturele diversiteit, in heel verschillende sociale omgevingen belanden.

In de Paleo Sociale Omgeving, die van de jagers-verzamelaars, bracht je je leven door in een nagenoeg stabiele sociale omgeving. Waarin ieder voor overleving was aangewezen op delen en samenwerking met vertrouwde anderen.

Maar met de overgang naar de landbouwsamenlevingen ontstond er een diversiteit van sociale omgevingen.

Tegenwoordig onderscheiden we de meer collectivistische en de meer individualistische maatschappijen en culturen. In de collectivistische culturen, zoals in het oosten van Azië, zijn de relaties stabieler en zien mensen zichzelf meer als onderdeel van een geheel van onderling afhankelijke personen. Daarentegen zien mensen zichzelf in individualistische culturen, zoals in Noord-Amerika en Europa, meer als autonome en onafhankelijke individuen, met wisselende relaties.

Dat betekent dat je kunt opgroeien onder condities van sociale stabiliteit of onder condities van sociale vluchtigheid. Wat maakt dat voor verschil?

In het pas verschenen Relational mobility and close relationships: A socioecological approach to explain cross-cultural differences proberen Mei Kito, Masaki Yuki en Robert Thomson daarop een antwoord te geven.

Kort samengevat komt dat antwoord er op neer dat mensen er onder condities van sociale stabiliteit op gericht zijn om harmonie in stand te houden en om zoveel mogelijk rekening te houden met anderen. Daarentegen zijn mensen er onder condities van sociale vluchtigheid op gericht om relaties met anderen tot stand te brengen en in stand te houden.

In het geval van sociale vluchtigheid gaat het er dus om dat je aantrekkelijk genoeg bent voor anderen en dat je in staat bent om relaties met anderen in stand te houden, terwijl die anderen beschikken over alternatieven. Dat is een heel andere uitdaging dan die in het geval van sociale stabiliteit. Verschillen waar de onderzoekers op wijzen zijn:
  • Onder condities van sociale stabiliteit moet je leren om om te gaan met anderen die je misschien niet zo goed liggen. In een sociaal vluchtige omgeving hoeft dat niet, omdat je de relatie gemakkelijker kunt beëindigen.
  • Daardoor zullen mensen onder condities van sociale vluchtigheid meer relaties hebben met anderen die op hen lijken. Want er kan gelden: soort zoekt soort. Bij sociale stabiliteit zullen mensen meer de vaardigheid hebben ontwikkeld om met andersoortigen om te gaan.
  • Bij sociale vluchtigheid is een relatie dus altijd minder vanzelfsprekend dan bij sociale stabiliteit. Omdat je van jezelf en van elkaar weet dat er mogelijke alternatieven bestaan.
  • Bij sociale vluchtigheid zijn mensen er meer op gericht om een bestaande aantrekkelijke relatie in stand te houden door de ander meer te ondersteunen en zo te proberen om voor de ander onmisbaar te zijn. Dit verklaart dat vrienden in individualistische culturen meer steun uitwisselen dan vrienden in collectivistische culturen.
  • Bij sociale vluchtigheid zijn mensen in hun zoektocht naar relaties meer bereid om meer van zichzelf te onthullen dan bij sociale stabiliteit. Anders gezegd, onder condities van sociale vluchtigheid is zelfonthulling (self-disclosure) een signaal dat je de relatie op prijs stelt en wilt behouden. Bij sociale stabiliteit heb je dat signaal niet nodig.
  • Onder condities van sociale vluchtigheid speelt romantische liefde een grotere rol, als een soort signaal (commitment device) van gebondenheid. Bij sociale stabiliteit is dat signaal minder nodig.
Een verschil dat niet aan de orde komt, is dat de kans op eenzaamheid onder condities van sociale vluchtigheid groter lijkt te zijn. Ik zocht even naar onderzoek, maar vond alleen deze studie en die wijst juist op het tegendeel: What Predicts Loneliness? Cultural Difference Between Individualistic and Collectivistic Societies in Europe. Iets om verder over na te denken.

Tenslotte: een aanwijzing voor sociale vluchtigheid kan ook zijn hoe vaak je verhuisd bent. Denk aan de eerdere berichten Over de sociale nadelen van vaak verhuizen, in het bijzonder ook voor kinderen en Leidt het vaak verhuisd zijn tot sociale vluchtigheid?