donderdag 11 mei 2017

Ongelijkheid verhoogt de Sociale Dominantie Oriëntatie en daarmee racisme, seksisme en anti-immigranten- en anti-uitkeringstrekkerssentiment

Zaken als ongelijkheid, economische onzekerheid en gebrek aan democratie blijken samen te gaan met een verhoogde mate waarin burgers de Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) aanhangen. En die verhoogde mate van SDO blijkt weer samen te gaan met racisme, seksisme en anti-immigranten en anti-uitkeringstrekkerssentiment. Daarop wijst de studie Preferences for group dominance track and mediate the effects of macro-level social inequality and violence across societies.

Iemands SDO is hoger hoe meer hij het eens is met uitspraken als:
Sommige groepen mensen zijn gewoon inferieur aan andere groepen
Het is oké als sommige groepen betere levenskansen hebben dan andere
Als bepaalde groepen meer hun plaats kenden, dan hadden we minder problemen
Met een hoge SDO-score ben je gefascineerd door de gedachte dat de samenleving een statushiërarchie is en door de innerlijke behoefte om jezelf en je soortgenoten (het eigen volk) aan de top daarvan te zien. Dat suggereert dat er een samenhang is met narcisme en dat blijkt ook het geval te zijn. Zie Collective narcissism and its social consequences 

We zagen al dat PVV-stemmers en in het algemeen stemmers op rechts-extremistische partijen uitblinken in een hoge SDO-score. Zie PVV-stemmers willen overheersen - Over Sociale Dominantie, collectief narcisme en rechts-extremisme.

Dit nieuwe onderzoek verschaft inzicht in hoe de gemiddelde SDO-score in een land samenhangt met andere kenmerken van dat land. Uit een vergelijking van 27 landen komt naar voren dat de SDO-score van de dominante bevolkingsgroep hoger is als er in een land meer ongelijkheid is, als er meer gewelddadige conflicten zijn, als er meer corruptie is, als er minder persvrijheid is en als er minder sociale vooruitgang is.

Het lijkt plausibel dat zulke macro-kenmerken van een land er aan bijdragen dat burgers zo'n hoge SDO-score ontwikkelen, maar het onderzoek kan daarover geen uitsluitsel geven.

De onderzoekers vergeleken ook de staten van de Verenigde Staten. Daaruit kwam naar voren dat Amerikanen die in een staat wonen met een grotere economische ongelijkheid en met meer geweldsincidenten een hogere SDO-score hebben. En die hogere SDO-score gaat op zijn beurt samen met meer racisme, meer seksisme en een negatievere houding tegenover minderheden en uitkeringstrekkers.

Tezamen genomen lijken die macro-kenmerken te staan voor de mate waarin in een land de statuscompetitie overheerst. Want we weten dat ongelijkheid en bestaansonzekerheid het statuscompetitiegedrag aanwakkeren. Zich uitend in het neerkijken op minderheden en verliezers en in ressentiment als je zelf verliezer bent.

Anders gezegd, collectief narcisme, rechts-extremisme en het neerkijken op minderheden en verliezers, dat zijn geen raadselachtige verschijnselen, maar te verwachten bij meer ongelijkheid, meer bestaansonzekerheid en een meer statuscompetitieve maatschappij.

Geen opmerkingen: