woensdag 27 december 2017

Hoe een sociale diersoort sociale media uitvond en ging gebruiken - neem nu WhatsApp en WhatsApp-stress

Het internet heeft ons de sociale media opgeleverd. Zo zijn velen van ons lid geworden van een of meer WhatsApp-groepen. Waarom zijn we dat in zo grote getale gaan doen? Hoe worden we erdoor beïnvloed en hoe gaan we ermee om?

Toen ik die vragen gesteld kreeg, bedacht ik me dat je veel van het menselijk gedrag kunt begrijpen als dat van een sociale diersoort die verzeild is geraakt in een nieuwe omgeving. Een omgeving die afwijkt van de oorspronkelijke omgeving, waarin die diersoort is geëvolueerd en waaraan hij is aangepast. Die gedachte staat wel bekend als die van de evolutionaire mismatch theorie.

Mensen zijn geëvolueerd in en aangepast aan hun zogenaamde Omgeving van Evolutionaire Aangepastheid (de term is van de hechtingsonderzoeker John Bowlby), ruwweg de omstandigheden die bestonden in de lange periode dat mensen leefden als jagers-verzamelaars. De uitdagingen in die periode bestonden eruit dat je door samenwerken en delen moest zien te overleven.

Dat bleek te lukken, en wel zeer succesvol, in min of meer stabiele groepen waarin je elkaar persoonlijk kende. Met naburige groepen was van tijd tot tijd contact, al was het maar in het kader van de uithuwelijking. De relaties binnen en tussen de groepen waren gebaseerd op de voor die samenwerking en dat delen wenselijke vertrouwdheid.

Voor de individuele levensloop hield dat in dat je opgroeide en je leven doorbracht in een groep van vertrouwde anderen. Daarbinnen ontwikkelde iedereen de bijpassende sociale motivaties en vaardigheden. Het was nodig om voldoende vrijgevig, bescheiden en vriendelijk te zijn en om je voldoende in te spannen voor de anderen en het gezamenlijke welzijn. Denk even aan Persoonlijkheid en maatschappij: de Big Five en de Big Two.

Tegen die achtergrond is het niet verwonderlijk dat in onze huidige maatschappij de sociale media en in het bijzonder die WhatsApp-groepen werden bedacht en zo snel populair werden.
Ik schreef daarover in 2004, toen de sociale media nog minder ver ontwikkeld waren, maar die ontwikkeling zich al wel aandiende: Community and Human Social Nature in Contemporary Society: Opportunities and Restrictions for Online Cooperation.
De naam WhatsApp is een samentrekking van 'What's up' (Hoe is het? en Wat is er?) en 'Application'. Wij hebben nu veel minder altijd die groep van vertrouwde anderen om ons heen. Familie en vrienden zijn over de ruimte verspreid en we ontmoeten elkaar niet dagelijks en niet als vanzelf. Een sociaal leven is niet vanzelfsprekend en moet altijd georganiseerd worden.

Vandaar dat we als we elkaar dan toch ontmoeten, altijd eerst vragen "hoe het gaat". We proberen de ontbrekende gezamenlijke tijd zo gauw mogelijk weer in te vullen. De vertrouwdheid dient steeds opnieuw te worden hersteld. Eigenlijk verlangen we, onbewust, naar die gezamenlijke, continue geschiedenis van weleer.

Aan die behoefte aan vertrouwde sociale contacten komt onze huidige manier van leven altijd maar beperkt tegemoet. We verkeren ook veel onder vluchtige contacten en die geven ons minder een goed gevoel dan de vertrouwde contacten.

Vandaar dat bijna iedereen graag meer (vertrouwde) sociale contacten zou willen. Want hoe meer contact met familie, vrienden en buren, hoe gelukkiger. En vandaar dat we niet graag alleen zijn en dat we eenzaamheid erkennen als een belangrijk maatschappelijk probleem.

De vraag is dan natuurlijk in hoeverre de sociale media ons nu echt behulpzaam zijn in ons sociale leven. Eerder onderzoek wees uit dat tijdsbesteding op sociale media, in tegenstelling tot tijdsbesteding aan face-to-face contacten, niet gelukkiger maakt. Maar onderzoek naar de effecten van WhatsApp-groepen heb ik nog niet onder ogen gehad.

Wat me wel opvalt is dat de populariteit ervan samen gaat met negatieve berichten van gebruikers. Die gaan niet alleen over de vraag naar de veiligheid ervan, maar ook over de "sociale druk" die ervan uit kan gaan. Je hebt je telefoon eigenlijk altijd bij je en op elk moment kan er een berichtje binnenkomen. Dat maakt nieuwsgierig, waardoor je gaat kijken en de ander kan zien dat je hebt gekeken. En dus hoopt hij of zij op een reactie. Omdat iedereen, ook jijzelf, zo nu en dan de behoefte voelt om iets van zich te laten horen, kan dat dus de hele dag doorgaan. Hoe ga je daar mee om, is een veel gestelde vraag. Hoe voorkom je "WhatsApp-stress"?

Misschien hangt die stress ermee samen dat het medium nog nieuw is en dat we nog moeten leren hoe het in ons dagelijks leven in te passen.

In ieder geval zou het kunnen helpen om je te realiseren dat die sociale druk niet alleen door de anderen op jou wordt uitgeoefend, maar dat jij omgekeerd hetzelfde doet. Net zo als in het echte sociale leven is het goed om wat tolerant te zijn voor elkaar. Net als de anderen, heb jij ook zelf wel eens behoefte aan belangstelling en aandacht. Een zekere mate van "druk" hoort er dus bij. Is nu eenmaal een onderdeel van dat sociale leven dat we nodig hebben en dat ons gelukkiger maakt. Misschien moeten we dus weer leren om er voldoende tijd en aandacht voor te hebben.

Maar aan de andere kant is het ook een onderdeel van datzelfde sociale leven om elkaar zo nu en dan te corrigeren. Als iemand teveel aandacht opeist, dan kunnen we dat laten weten. Dat kan, net zo als in het echte sociale leven, een subtiele feedback zijn. Wat langer laten wachten op een reactie of zelfs niet reageren. Of een grapje als "nou kan ie wel weer".

Misschien is die WhatsApp-stress dezelfde sociale stress die we so wie so al kennen. Onze sociale contacten zijn nu eenmaal minder vanzelfsprekend en vertrouwd dan ze in het verleden waren. Zo heel goed weten we vaak niet wie onze echte vrienden zijn. Daardoor zijn we wel eens bang of we "er nog wel bij horen". En menen we al gauw signalen van sociale afwijzing te bespeuren. Waardoor we sneller die sociale druk ervaren. Toch maar snel reageren, anders zien ze mij over het hoofd.

Maar dat is dus "gewoon" de sociale stress die we toch al hadden. Ook zonder WhatsApp.

Geen opmerkingen: