vrijdag 26 januari 2018

Het draait om statuscompetitie en dominantie in het extreem-rechtse en populistische denken - van Hitler tot Jordan Peterson

Sociaalwetenschappelijk gezien zijn het nu zo in de belangstelling staande rechts-extremisme en populisme manieren van kijken naar de maatschappij waarin het patroon van statuscompetitie en sociale dominantie overheerst over het gemeenschapspatroon. Zie het eerdere bericht We maken een tijd mee waarin het statuscompetitiepatroon gaat overheersen in het publieke domein.

Beide patronen behoren tot het sociale repertoire van de menselijke natuur. In het sociale domein van vertrouwde anderen, van familie en vrienden, overheerst meestal het gemeenschapspatroon, het patroon dus van onderling vertrouwen, delen en samenwerken.

Maar in het publieke domein, dat van de maatschappij, is dat niet vanzelfsprekend het geval. Het kan daar ook de kant opgaan van wantrouwen, strijd en statuscompetitie, een patroon dat kan resulteren in (het streven naar) een stabiele statushiërarchie, waarin de ene groep de ander overheerst.

Het links-rechts onderscheid in de politiek loopt vrijwel parallel aan deze twee patronen. In het linkse denken overheerst het gemeenschapspatroon. In dat patroon telt iedereen mee, vandaar de instituties van de mensenrechten en de democratie, en krijgt de voorkeur voor delen en samenwerken vorm in de verzorgingsstaat.

In het rechtse en populistische denken is er altijd een fundamentele ongelijkheid tussen mensen. Het onderscheid namelijk tussen "de onzen" en "de anderen". De onzen, dat zijn het eigen volk, het gezonde volkslichaam, de "normale", hardwerkende Nederlanders en de anderen, dat zijn de vreemden, de immigranten, maar ook, binnen dat eigen volk: de klaplopers, de uitkeringstrekkers, de profiteurs. En die anderen dienen overheerst te worden, moeten hun plaats kennen en zo nodig "op hun plaats gezet". Zie Wat de populisten werkelijk gemeen hebben. Mooie analyse van Jan-Werner MüllerIs populisme de uitingsvorm van narcisme in het publieke domein? - Jan-Werner Müller over populisten (en technocraten!) en over het verband met de Sociale Dominantie Oriëntatie: PVV-stemmers willen overheersen - Over Sociale Dominantie, collectief narcisme en rechts-extremisme.

Een aardig inzicht in dat rechtse, statuscompetitieve denken krijg je als je kennis neemt van de gedachten van die Canadese hoogleraar Jordan Peterson, die door De Nederlandse Leeuw als prominent spreker was uitgenodigd. Zie hier de (merkwaardige) berichtgeving daarover in De Volkskrant: Jordan Peterson, de held van alt-right: 'Links moet inbinden, of we krijgen een catastrofe'.

Want die Jordan Peterson verdedigt de omarming van dat statuscompetitiepatroon als zaligmakend op een wel heel opmerkelijke manier. Volgens hem is de statushiërarchie het natuurlijke patroon, in de zin van het patroon dat de natuur ons voorschrijft. Wij zijn erop ingesteld om in een statushiërarchie te functioneren, net zoals kreeften dat zijn. Kreeften? Ja, dat is waar hij naar verwijst.
Update. Oeps! Link vergeten. Lees hier: Psychologist Jordan Peterson says lobsters help to explain why human hierarchies exist – do they?
En het is onvermijdelijk dat wij ons schikken naar dat natuurlijke patroon. Het is natuurlijk dat er winnaars, overheersers zijn en dat er verliezers zijn. Dat hoort zo. En het is heel verkeerd om je daartegen te verzetten. Vandaar de agressie tegen links, dat "moet inbinden". En vandaar de moeilijke verhouding die het rechtse denken heeft met de democratie.

Dat denken van Peterson is wel heel opvallend geheel in de lijn van hoe Hitler en zijn trawanten dachten. Daarin ging het om de strijd tussen volken en "rassen", met de Joden als de grote tegenstanders, die ook "moesten inbinden". Ik zocht nog even in mijn boekenkast en kwam terecht bij Het charisma van Adolf Hitler van Laurence Rees. Op p. 53 geeft Rees deze karakterisering van Hitlers Mein Kampf:
Het boek bevat inderdaad een coherente visie op de wereld - maar het is een afschuwwekkende visie. In Hitlers ogen leven we in een kil universum waar strijd de enige constante is. En als je deze strijd niet kunt winnen, verdien je het te sterven. Achter de keiharde strijd die volkeren leveren om de suprematie te veroveren, schuilt geen enkele moraal. 'Wie leven wil,' schreef Hitler, 'laat hem vechten, en wie in deze wereld van de eeuwige worsteling niet strijden wil, verdient het leven niet."
Het is een ijdele hoop gebleken dat we van dit soort denken voorgoed verlost zouden zijn.

Geen opmerkingen: