maandag 26 februari 2018

De sociale verschijningsvormen van de statuscompetitie en de statushiërarchie

Update. Zie nu ook het bericht Sekse-ongelijkheid als verschijningsvorm van statuscompetitie
Update. Zie nu ook het bericht Vernederende beoordeling als verschijningsvorm van statushiërarchie.
Update. Zie nu ook deze longread over hoe het Britse establishment, dat zich nog iets aantrok van het algemeen belang (public service, sense of duty, self-sacrifice), gedurende de laatste tientallen jaren, is verworden tot een statuscompetitieve elite die haar eigen ondergang bewerkstelligt: Is the British establishment finally finished?
Statuscompetitie en statushiërarchie zijn patronen van individueel en collectief gedrag ten opzichte van soortgenoten, die ouder zijn dan de mens, ja, zelfs ouder dan de zoogdieren. Vandaar dat ze soms met reptielengedrag worden aangeduid. Met de komst van de zoogdieren ontstonden nieuwe vormen van gedrag, (broed)zorg en hechtingsgedrag, waarvoor het nodig was om de impulsen tot statuscompetitie individueel te onderdrukken.

Op de basis van die nieuwe vormen kon bij mensen, onder de unieke omstandigheden van de Paleo Sociale Omgeving, het gemeenschapsgedrag en de sociale vorm van de gemeenschap ontstaan. Terwijl tegelijkertijd het statuscompetitie gedrag als een potentie bleef bestaan, een potentie die tot uiting komt als dat gedrag niet voldoende, individueel en vooral ook collectief, wordt onderdrukt.

Je kunt die statuscompetitie dus als een biologisch proces bestuderen. Dan gaat het o.a. over de rol van testosteron en cortisol. Zie voor meer de berichten op dit blog Het biologische proces van statuscompetitie en leiderschap - over testosteron en cortisol en Testosteron is niet het agressie-, maar het statuscompetitiehormoon.

Maar je kunt er ook naar kijken als een sociaal proces, met allerlei sociale verschijningsvormen. Veel daarvan is op dit blog al voorbijgekomen. Ik pik er even dit bericht uit: De dimensies van statuscompetitiegedrag - en de samenhang met depressie, angststoornis en manische symptomen.

Maar het leek me nuttig om, in deze tijd waarin de statuscompetitie opvallend de kop opsteekt, eens op een rijtje te zetten wat me zoal te binnen schiet. Natuurlijk onvolledig, maar het geeft een idee. Suggesties voor aanvullingen welkom. In willekeurige volgorde.
  • Een vorm van statuscompetitiegedrag is het gedrag van narcisten. Narcisten gedijen bij de statuscompetitie; het is hun natuurlijke werkterrein. We zien veel narcistisch gedrag om ons heen, bovenal in het publieke domein (in het persoonlijke domein zijn we vaak in staat om narcisten te ontwijken).
  • Statuscompetitie gaat gepaard met verhoogde stress en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen. In de sociale omgeving van arbeidsorganisaties uit zich dat in een verhoogd risico op burn-out en daarmee samenhangend ziekteverzuim.
  • Statuscompetitie resulteert, als het onbelemmerd zijn gang kan gaan, in de ongelijkheid van een statushiërarchie of zelfs in de ongelijkheid van de brute onderdrukking (Marxistisch: uitbuiting). Dus in de hoge mate van inkomens- en vermogensongelijkheid die we nu om ons heen zien.
  • Die grote mate van ongelijkheid resulteert ook in bedreigingen voor de democratie. De democratie is een uitingsvorm van de gemeenschapsgedachte dat iedereen meetelt en dus dezelfde rechten heeft. Maar statushiërarchie en machtsongelijkheid leiden onvermijdelijk tot een aantasting van die rechtsgelijkheid.
  • Het om zich heen grijpen van statuscompetitie gaat gepaard met wij-zij denken. Waarbij "wij" het recht, ja, de plicht, hebben om de anderen te domineren en te onderdrukken. Vandaar nationalisme, anti-immigrantensentiment en vijandigheid tegen andersdenkenden en andersgelovigen. In een woord: rechts-extremisme.
  • Het als vanzelfsprekend beschouwen van de nationale staat of "het volk" als een statushiërarchie houdt in dat ongelijkheid als een natuurlijk en gewenst verschijnsel wordt beschouwd. De verzorgingsstaat en de daaruit voortvloeiende sociale zekerheid en sociale bescherming van de zwakkeren zijn daarmee in strijd. Vandaar de roep om afbouw van de verzorgingsstaat en de denigrerende of zelfs vijandige bejegening van armen en uitkeringstrekkers. En vandaar dat voedselbanken een geaccepteerd verschijnsel zijn geworden.
  • Als statuscompetitie vanzelfsprekend is, dan is het ook vanzelfsprekend dat iedereen jouw vijand kan zijn. Dus moet je je altijd kunnen verdedigen. En dat kan er weer toe leiden dat wapenbezit normaal wordt, zoals in de Verenigde Staten.
Nogmaals, zo'n lijstje is natuurlijk nog maar het begin. En uiteindelijk gaat het natuurlijk niet om een eenvoudige opsomming, maar om een beschrijving van een ingewikkeld sociaal proces van met elkaar samenhangende elementen. Maar, zoals gezegd, aanvullingen zijn welkom.

Geen opmerkingen: